Welke risico’s dragen bij aan het ontwikkelen van een eetstoornis?

Niemand wordt op een dag zo maar opeens wakker met een eetstoornis. Er zijn verschillende factoren die bijdragen bij het ontwikkelen van een eetstoornis. Soms zijn dit negatieve gebeurtenissen of trauma’s. Vaak ervaar je moeite met omgaan met gevoelens en soms kan het ook te maken hebben met je perfectionistische karakter eigenschappen. Het eten (afvallen, lijnen of de vreetbuien) word in de eerste instantie in gezet om gevoelens en emoties te maskeren. Zo kan de eetstoornis, zeker in het begin, voelen als dé oplossing voor veel mensen.

De onderstaande risico factoren vergroten de kans dat iemand een eetstoornis ontwikkelt, gelukkig is dat niet bij iedereen het geval. De omgevingsfactoren; thuis situatie, druk van de media, het schoonheidsideaal en 'slechte' relatie met vrienden en familie spelen ook een belangrijk aandeel bij het ontwikkelen van een eetstoornis. Uit hersenonderzoek blijkt ook (Dick Swaab 2013) dat mensen geboren worden met een gevoeligheid om een eetstoornis te ontwikkelen. Als je moeder bijvoorbeeld eetproblemen heeft gehad vroeger dan heb jij, als haar kind zijnde, drie keer zoveel kans om ook een eetstoornis te ontwikkelen. Dit erfelijk materiaal (genen) krijg je dus gewoon cadeau.

Over het algemeen is het een mix van genetische, sociale en psychische risico factoren die bijdragen aan het ontwikkelen van een eetstoornis(Cooper & Fairburn 1993). We zullen hieronder zullen we de psychische factoren beknopt bespreken. 

Gebrek aan zelfvertrouwen en eigenwaarde

Het tekort aan zelfvertrouwen en aan eigenwaarde zijn twee onderliggende factoren die vooraf gaan aan een eetstoornis. Mensen met een gebrek aan zelfvertrouwen hunkeren naar goedkeuring buiten zichzelf, ze willen de bevestiging dat ze goed genoeg zijn. Vanuit de wens om goed gekeurd te worden zijn ze altijd bezig om het de anderen naar hun zin te maken.

Perfectionisme en faalangst

Faalangst en perfectionisme, de angst om te falen vanuit de wil om goede presetaties te leveren, zijn twee belangrijke factoren die schuil gaan bij eetstoornissen. Ook hier schuilt de grote angts niet goed genoeg te zijn. Mensen zijn zeer kritisch tegenover zichzelf: ‘Het is nooit goed genoeg of moet altijd beter’.

Puberteit en gewichtstoename

Wanneer de puberteit zijn intrede doet verandert niet alleen het brein maar ook de hormoon huishouding en het lichaam. Vooral bij meisjes neemt het gewicht en het vet percentage toe, om zo de menstruatie op gang te krijgen. Bij veel meisjes word deze gewichtstoename als negatief ervaren, zeker wanneer ze magazines open slaan en hele slanke modellen zien. Opmerkingen over het uiterlijk en het lichaam wat verandert bevestigen dan – het al aanwezige – negatieve zelfbeeld.

Negatieve lichaamsbeleving en pesten

Een negatieve lichaamsbeleving kan ook voorkomen uit het gebrek aan zelfvertrouwen door pesterijen of seksueel misbruik. Deze dingen worden ervaren als een totale afwijzing van je zijn en je recht op bestaan. 

Moeite met het uiten van emoties

Mensen met een eetstoornis hebben vaak moeite met het uiten van moeilijke emoties zoals woede, boosheid, agressie en verdriet. Deze emoties worden als zeer negatief ervaren. zodoende proberen ze deze te vermijden en te dempen zodat deze niet gevoeld hoeven worden. Het kan zijn dat er tijdens de opvoeding niet gestimuleerd is of de kans is geweest om over dergelijke emoties te praten. Ook kan het zijn dat je deze nooit hebt geleerd te uiten, omdat één van de andere familieleden het moeilijk had met iets anders. 

Hunkering naar acceptatie en goedkeuring

Vanuit de hunkering naar acceptatie en goedkeuring zijn mensen niet zo snel geneigd om hun eigen moeilijkheden te bespreken. ‘Ik moet niet zeuren, want mijn zusje of mama heeft het al moeilijk en zwaar genoeg’. ‘Ik kan beter mijn mond houden, want mijn vader maakt zich al zorgen genoeg om mama of mijn broertje’. Omdat mensen niet leren hun ‘negatieve’ , of liever gezegd 'moeilijke' emoties te uiten worden deze binnengehouden en worden mensen destructief naar zichzelf.

Innerlijke criticus of saboteur

Mensen met een eetstoornis zijn erg kritisch op zichzelf. Het interne dialoog wat ze met zichzelf voeren is vaak zeer negatief. Herken je dit ok bij jezelf? Is het nooit goed genoeg? Moet het altijd beter? Ook hebben ze hebben het gevoel dat ze niet goed genoeg zijn, continu falen en niets goed kunnen doen voor zichzelf en voor anderen. Ze hebben het gevoel mislukt te zijn als mens.

Het huidige ideaalbeeld

In de onze cultuur is slank zijn het huidige schoonheidsideaal voor vrouwen en breed en gespierd zijn voor mannen. Naar schatting doen ongeveer 50 tot 80% van de meisjes weleens aan de lijn. Niet alleen in Nederland, maar in veel meer landen is een ware afslanksindustrie ontstaan, waarbij de afslank pillen, de sportscholen, drankjes, poedertjes en pillen je om de oren vliegen. Meisjes met een wat voller lichaam krijgen sneller opmerkingen. Meisjes en volwassen vrouwen met overgewicht krijgen zeer negatieve opmerkingen en worden zelfs (ernstig) gepest. Ook jongens voelen de druk om er goed uit te zien. Social media speelt een belangrijke - ofwel invloedrijke - rol als het gaat om het creëeren van het zelfbeeld en eigenwaarde. De vertekende beelden, en foto's die ge-shopt worden, dragen niet bij aan het creëeren van een realistisch beeld bij jonge kinderen. Ook volwassenen hebben hier last van. 

Seksueel misbruik

Niet alleen het tekort aan zelfvertrouwen zorgt voor een negatieve lichaamsbeleving, maar ook negatieve seksuele ervaringen of seksueel misbruik zijn grote risico factoren. Sommige slachtoffers van seksueel misbruik verachten hun lichaam en het straffen het door niet te eten of juist veel te eten. “Als ik dun ben, dan ben ik in ieder geval niet meer aantrekkelijk en zullen zij mij niet meer pakken”, zei een meisje wat aan anorexia leed. Ook zijn er mensen die juist eetbuien hebben, als troost om hun boosheid of verdriet weg te eten.

Homoseksuele geaardheid

Homoseksueel zijn kan knap lastig zijn voor sommige jongens en mannen. Vooral als je opgroeit in een religieus gezin of in een omgeving waar dit niet gewenst is. Vaak worden homo’s op school gepest omdat ze anders of ‘vies’ zouden zijn. Ondanks het relatief ontwikkelde en moderne Nederland waar homo zijn en het homo huwelijk zelfs geaccepteerd is, krijgen homo’s ook te maken met non-verbale afwijzing. Niet uit gekozen worden op school wanneer er groepjes moeten worden gemaakt voor een project of tijdens de gymles. Een andere reden waarom homoseksuele mannen eerder een eetstoornis ontwikkelen is omdat het uiterlijk (vaak) een belangrijkere rol speelt dan bij hetero mannen. Afvallen of lijnen geeft hen dan het gevoel iets te kunnen.