Herstel criteria eetstoornis
Wanneer ben je nu eigenlijk genezen? Vroeger was je genezen verklaart als je gewicht weer 'normaal' was. De klassieke therapie en behandelingen beloonden mensen als ze zich aan hun eetlijst hielden en straften hen als het niet lukte. Dat betekende dat ze niet van hun kamer mochten en naar buiten konden, geen speeltijd kregen en geen (telefoon)contact met familie en vrienden mochten hebben. Dit beloon en straf gedrag werkte averechts. Anorexia patiënten kwamen dan wel aan, maar raakten zwaar depressief omdat ze zich vetgemest voelden en hun zelfrespect hadden verloren. (Hilde Bruch)
“Als mensen weer een normaal en gezond gewicht hebben zijn ze niet meteen van hun eetstoornis genezen”
Alleen je eetgedrag en gewicht herstellen (of weer menstrueren) is duidelijk niet genoeg om je eetstoornis te overwinnen. Het gaat altijd om een combinatie van lichamelijke, psychische, emotionele en sociale factoren.
De volgende factoren zijn (volgens de cliënten van ISA Power + boek ‘De Wolf in Schaapskleren’ van Isabelle Plasmeijer + het boek ‘Een eetstoornis overwinnen, kan dat?’ van Dr. Greta NoordenBos) belangrijk voor het herstel bij eetstoornissen.
1. Eten en drinken: Als je genezen bent heb je geen eetbuien meer, braak en laxeer je niet meer, eet je voldoende (dit is afhankelijk van leeftijd, lengte en gewicht). Je denkt niet meer heel de dag na over wel of niet eten, wat, wanneer, hoe laat en hoeveel. Het eten en drinken (ook alcohol) wordt niet meer gebruikt om negatieve emoties te onderdrukken/ontvluchten.
2. Sporten en bewegen: Dit word alleen nog gedaan vanwege het plezier wat ervaren wordt en voor de gezondheid, niet vanuit een obsessieve en compulsieve drang om af te vallen of om bezig te zijn.
3. Eten zonder angst: Je bent niet langer bang om te eten, uit eten te gaan of onverwachts ergens uitgenodigd te worden bij vrienden. Je raakt niet in paniek bij de gedachten dat je niet weet wat je gaat eten. Je hebt geen lijst met verboden voedsel meer, je durft alles te eten en je straft en beloont jezelf niet meer met eten.
4. Accepteren van je lichaam en gewicht: Je voelt je niet meer te dik, je hebt niet meer de behoefte om te lijnen, je bent anders naar je lichaam gaan kijken en beseft dat je gezondheid belangrijker is dan te voldoen aan een ideaalbeeld. Je accepteert je uiterlijk en je figuur en je bent niet langer geobsedeerd door je lichaam en gewicht. Je staat ook niet meer (elke dag) op de weegschaal om in de gaten te houden of alles wel goed gaat. Misschien heb je jouw weegschaal weg weggedaan? Wil je jouw weegschaal doneren voor het HAK ritueel? Kijk dan hier
5. Lichamelijk herstel: Je hebt weer een gewicht wat past bij je lengte en leeftijd. Als vrouw is je menstruatie hersteld en regelmatig, je hebt het niet meer koud en je hartslag is normaal. Je (eventuele) donshaartjes en blauwe plekken zijn verdwenen (dit komt voor bij anorexia en extreme vermagering). Je hebt geen last meer van je maag en je darmen: kramp, verstoppingen of diarree. Je huid is niet meer droog en je (eventuele) allergische reacties zijn weg en/of afgenomen. Je kunt 's nachts weer lekker doorslapen en je hebt overdag weer voldoende energie om leuke dingen te doen.
6. Mentale kracht en weerbaarheid: Je accepteert jezelf, je hebt een trots gevoel, je eigenwaarde en eigenliefde is hersteld. Je zelfvertrouwen en eigenwaarde is niet afhankelijk van lijnen, sporten of andere rituelen rondom eten. Je hebt inzicht gekregen waarom je de eetstoornis hebt ontwikkeld en je kent je eigen valkuilen en ontwikkelpunten. Je bent minder afhankelijk van de goedkeuring van anderen, je kunt beter voor jezelf opkomen en gaat conflicten en discussies niet langer uit de weg, maar gaat ze op een constructieve manier aan. Je kunt je weer beter concentreren en je hebt een realistischer zelfbeeld ontwikkeld, je faalangst en je perfectionisme zijn ook afgenomen.
7. Emoties op een goede manier uiten: Je kunt veel beter je eigen gevoelens, herkennen, erkennen, accepteren, een plekje geven en er over praten. Je durft van mening te verschillen en je durft voor je eigen mening op te komen. Ook kun je veel beter met tegenslagen en negatieve emoties omgaan. Eten gebruik je niet meer als vlucht.
8. Genieten van de kleine dingen: Je kunt weer ontspannen en genieten van kleine dingen. Je kunt makkelijker niets doen zonder je schuldig te voelen, je vind het fijn om tijd voor jezelf te nemen en ontspannende dingen te doen. Je hebt geen obsessieve of dwangmatige handelingen meer die je van jezelf moet doen.
9. Vaardigheden en verbinding: Je bent beter geworden in het uiten van je emoties, hierdoor zijn je sociale vaardigheden sterk verbeterd, zodoende kom je graag in contact met anderen. Het leggen van nieuwe contacten is leuk, je onderhoudt vriendschappen, je hebt een (bij)baan, volgt een opleiding, neemt een hobby, doet vrijwilligerswerk en helpt anderen graag. Ook de relaties met mensen waar je in de knoop mee lag heb je hersteld en van sommige mensen heb je afscheid genomen.
10. De andere 'stoornissen' zijn ook weg: Je hebt geen last meer van alle andere psychische verschijnselen die vaak ontstaan bij eetstoornissen, doodswensen, depressieve gedachten en (irrationele) angsten. Je snijdt (automutilatie) jezelf niet (meer) en je vertoont geen obsessief of compulsief gedrag meer.