Geschreven door Tessa
Het is maandag 7 uur ’s ochtends als mijn wekker gaat. Het eerste wat er in me op komt is wat ik deze dag allemaal moet gaan eten. Deze gedachte wordt gelukkig al snel overspoelt omdat ik me bedenk dat ik mijn dagelijkse bezigheid nog moet checken, de social media. Ik ben als ik het zelf zeg echt mega verslaafd aan mijn Iphone. Het liefste whats'app ik de hele dag door. Als ik mijn social media gecheckt heb stap ik uit bed, ik realiseer me dat het al kwart over zeven is en ik schiet in de stress. Gelukkig sta ik tien minuutjes later aangekleed en wel boven aan het trapgat. Shit, ik moet ontbijten. De gedachtes schieten door mijn hoofd en de gedachte hoe ik onder dit ontbijt uit ga komen is de aller grootste.
Langzaam maar zeker besef ik me dat ik dit ontbijt wederom niet kan overslaan, mijn ouders houden me elke ochtend in de gaten. Het is om gek van te worden. Ik loop de trap af, begroet mijn ouders en ga zoals gewoonlijk de keuken in. Ik doe mega lang over het klaarmaken van mijn ontbijt, expres, in de hoop dat mijn ouders weg gaan. Maar nee hoor, meneer en mevrouw blijven rustig aan de eettafel op mij zitten wachten. Ik slaak een diepe zucht en meng mij vervolgens tussen de discussie die mijn ouders weer aan het voeren zijn. Altijd die discussies, ik word er gek van. Aan de andere kant vind ik de discussies heerlijk, zo word er minder op mij gelet. Ik pak de lepel en breng mijn ontbijt hapje voor hapje naar binnen. Alweer die stomme gedachtes. Ik probeer ze weg te drukken maar mijn eetstoornis is te sterk. Na mijn ontbijt maak ik mijn lunch klaar voor school.
Ik haat brood maar ik heb geen keuze, ik lunch bij docenten. Eindelijk ben ik zover om naar school te fietsen, maar liefst 4 kilometer van mijn huis vandaan. Elke dag, heen en terug. Ik race die 4 kilometer altijd als een gek. Ik ben vaak een van de eerste op school, ik hou er namelijk niet van om te laat te komen. Altijd op tijd, nooit te laat. Ik hou niet van te laat komen. Ik ben maar liefst een kwartier te vroeg op school. Ik haat wachten want ik ben super ongeduldig. Langzaamaan stroomt de school vol met mensen. Jong, oud, lelijk, knap, dik, dun. Iedereen is verschillend. Ik hou er van om mensen te bekijken, om hun uiterlijk te zien en ook om mezelf met andere te vergelijken. De bel gaat, eindelijk.
De eerste drie uur les vliegen voorbij en dan is het pauze. Pauze, het verschrikkelijkste moment van de dag waarop iedereen de trappen afrent om zich vervolgens op een stoel neer te planten en te gaan eten. Ik loop achter mijn vriendinnen aan naar beneden, weleens waar met mijn mobiel in mijn hand en ook ik plant mezelf vervolgens neer op de grond. Iedereen om mij heen eet, maar ik niet. Ik schaam me niet omdat ik niet eet, ik zou me eerder schamen als ik wel eet. Ook mijn vriendin vraagt me weer of ik niet wat moet eten. Ik word gek van de vraag maar ik kan me ook bedenken dat ze het doet omdat ze om me geeft, omdat ze zich zorgen maakt. Altijd heb ik mijn standaard antwoord klaar: ‘nee, ik heb geen honger. ‘ Ik zie dat ik haar verdriet doe met dit antwoord en ik zie ook dat zij ziet dat dit antwoord geen eerlijk antwoord is, maar gelukkig houdt ze op en begint ze met een meisje een ander gesprek.
De bel, deze pauze heb ik tenminste overleefd. De stoet trekt weer de trappen op naar boven toe, de lokalen in. Het uur dat volgt vlieg ook weer voorbij. Het uur daarna maak ik me elke minuut druk om de pauze, hoe kan ik hier het beste onderuit komen? Ik heb mijn gedachte niet bij de les en als de docent mij een vraag stelt kan ik hier geen antwoord op geven. Zie je wel, je kan ook niks. Je faalt weer, zoals altijd. Ik haat mezelf, wat haat ik eigenlijk niet? Einde van de les, begin van de tweede verschrikkelijke pauze. Ik sjok naar de lerarenkamer toe en wacht totdat mijn Nederlands docente me ziet. Ze zwaait en glimlacht lief, ik vind mijn Nederlands docente een van de liefste docenten van onze school en ik ben blij dat ze dit voor mij doet. Dat ze haar pauzes op offert om met mij te lunchen.
Eigenlijk is het de halve pauze stil in het lokaal, ik zeg niks, zij zegt niks. Af en toe stelt ze een vraag maar nadat ik antwoord gegeven heb is het weer een poos stil. Ik hou van stiltes, ik hoef dan tenminste niks te zeggen. Mijn twee boterhammen met kaas gaan langzaam maar zeker op. Alles in mij schreeuwt dat ik dat ding niet moet eten, dat ik het weg moet gooien en dat ik dik word, dik ben. Ik probeer niet te luisteren maar de gedachtes maken me zo gek. Alweer gaat de bel, eindelijk verlost. Nog maar een uurtje te gaan voordat ik weer lekker 4 kilometer naar huis mag fietsen. Dit uurtje geschiedenis kruipt voorbij. Geschiedenis is een vreselijk vak en mijn gedachtes dwalen al snel af naar wat ik ga doen als ik thuis ben. Eten, niet eten? Als mijn moeder me dwingt om te eten, wat zal ik dan nemen? Ik ben blij als ik eindelijk op de fiets naar huis zit. Ik voel dat ik moe ben, dat ik duizelig ben maar ik probeer het gevoel te negeren. Mijn benen voelen zwaar en ik fiets in een slakken tempo naar huis. Nu hoef ik gelukkig niet op tijd te zijn, geen haast dus.
Eenmaal thuis ben ik lekker alleen en loop gelijk door naar boven, naar mijn computer. Weer de social media. Een uurtje later moeten we avond eten, ik ben eigenlijk te moe om me hier druk over te maken. Ik mijn hoofd tel ik alle calorieën van deze dag op en ben tevreden over mezelf. Ik hoef nu gelukkig niks te compenseren. Dit avond eten was een van de eerste keren dat ik me geen zorgen maak over het aantal calorieën dat ik naar binnen prop. Na het eten ga ik gelijk naar boven, achter mijn geliefde computer. Eigenlijk moet ik huiswerk maken dus pak ik na lang uitstellen mijn biologie boek er maar bij. Ik heb helemaal geen concentratie en ben er dus al snel helemaal klaar mee. Ik gooi uit frustratie mijn boek tegen het raam. Ik ben boos, boos op mezelf, boos op eten maar vooral boos op mijn stomme eetstoornis. Was ik maar nooit begonnen met afvallen. Als ik in het begin niet had gedacht dat dit mij controle zou geven zat ik nu niet zo diep in de put, zat ik nu niet met mezelf in de knoop en had mijn omgeving zich nooit zorgen hoeven maken.
Als, als, als. Ik probeer mijn gedachtes te verzetten naar mijn toekomst. Ik probeer me te bedenken waar ik over 5 jaar wil staan. Ik zou heel graag mijn havo en vwo diploma hebben en zelfstandig in Oostenrijk wonen. Ik heb er alles voor over om diergeneeskunde te gaan studeren, dit is echt een mega grote droom. Na een tijdje te hebben nagedacht over mijn toekomst en mijn herstel realiseer ik me dat ik heel moe ben. Ik pak mijn schoolspullen voor de volgende dag, kleed me om, poets mijn tanden en ga lekker naar mijn bedje. Ik moet eerst nog een aantal buik- en beenspier oefeningen doen voordat ik mag slapen. Het is ondertussen al tegen twaalven.
Heb jij ook een verhaal net als Tessa wat je graag wilt delen, e-mail je artikel dan naar info@isapower.nl