Ik vind het lastig om te bedenken hoe ik dit verhaal het best kan opschrijven, er is immers heel veel gebeurd. Ook wil ik graag bereiken dat je er iets aan hebt, dat het je een sprankje hoop, motivatie of wijsheid kan bieden waarmee je verder kan. Ik begin gewoon bij het begin, en ik hoop dat het je nieuwe inzichten heeft gegeven wanneer je het straks hebt uitgelezen.
Ik ben altijd erg actief sportief geweest. Toen ik een jaar of 13-14 was, besloot ik het hardlopen wat serieuzer te gaan nemen en er ook krachttraining bij te gaan doen. Ik wilde graag sterker en gespierder worden. Ik heb vaak nagedacht over waarom ik dit destijds ben gaan doen, en ik denk wel dat dit uit een stukje onzekerheid is voortgekomen. Ik ben altijd een redelijk introvert persoon geweest die graag op zichzelf is. Dat is nu nog steeds zo en ik voel me hier helemaal oke bij, maar op jongere leeftijd had ik hier wel last van. Ik vergeleek mezelf altijd met mijn tweelingzus, die enorm spontaan, extravert en sociaal is en altijd superveel vrienden had. Als ik dan naar mezelf keek, zag ik een ietwat ‘stil’ meisje dat erg goed was op school, maar verder niet echt opviel. Ik wilde graag iets waar ik echt goed in was, en waarin ik kon uitblinken. Ik kwam erachter dat ik kon uitblinken in sport, en wilde hier dan ook graag beter, sneller en sterker in worden.
Dit leidde ertoe dat ik mijn trainingsintensiteit omhoog ging gooien. Aanvankelijk was dat allemaal redelijk onschuldig. Mijn hardlooprondjes werden geleidelijk aan langer en sneller, en ik begon redelijk wat kracht op te bouwen in de sportschool. Het ging echter de verkeerde kant op toen ik ook mijn voeding erbij ging betrekken. Ik wilde, om mijn sportprestaties optimaal te ondersteunen, zo ‘gezond’ mogelijk eten. Al het in mijn hoofd ‘ongezonde’ eten moest de deur uit. Dit zorgde ervoor dat ik op den duur (ik denk aanvankelijk nog onbewust) ook minder voeding binnenkreeg en langzamerhand begon af te vallen. Langzaam maar zeker kregen de gedachten over voeding steeds meer de overhand.
Ik werd steeds extremer!
Het afvallen versnelde, en ik werd steeds extremer in wat ik van mezelf mocht eten en wat niet. Mijn omgeving begon het op een gegeven moment op te merken, en zij hebben meerdere keren hun zorgen geuit. Natuurlijk zei ik dat er niks aan de hand was, ze overdreven allemaal enorm en moesten zich niet zo aanstellen. Zo ging het ongeveer een jaar lang door, totdat ik serieus ondergewicht begon te krijgen. Toen hebben mijn ouders me toen ik 15 was meegenomen naar de kinderarts. Daar werd ik gelijk geconfronteerd met hoe ik ervoor stond; ik bracht mijn eigen lichaam in gevaar, dit moest direct stoppen. Het werd me per direct verboden om nog te sporten, wat me natuurlijk heel erg zwaar is gevallen.
Ik moest een eetschema volgen
Daarnaast werd ik gelijk doorgestuurd naar een psycholoog en een diëtiste in het ziekenhuis. Ik moest een duidelijk eetschema volgen, waar ik het natuurlijk niet mee eens was. Ik vond het teveel, te ongezond, en protesteerde ertegen. Er volgden talloze discussies en ruzies thuis, die ons gezin behoorlijk op spanning hebben gezet. Na ongeveer een jaar therapie via het ziekenhuis kwamen we samen tot de conclusie dat dit niet ging werken. Ik was eigenlijk niks vooruitgegaan, en mijn familie was uitgeput van alle strijd tegen mijn eetstoornis. Ik vond daarentegen nog steeds niet dat ik een eetstoornis had.
De kinderarts besloot me te verwijzen naar een gespecialiseerde GGZ-kliniek voor eetstoornissen. Daar kreeg ik een startgesprek zodat ze mij konden leren kennen, en ook mijn ouders kregen therapie samen met andere ouders van lotgenoten. Al snel werd het advies gegeven voor een opname in de kliniek toen ik 17 jaar was. Ik schrok enorm toen ik dit hoorde, en begon me denk ik toen voor het eerst te beseffen dat er misschien toch wat mis was. Met veel tegenzin ben ik uiteindelijk akkoord gegaan en heb ik me laten opnemen voor onbepaalde tijd. Dit betekent dat in overleg met de verpleegkundigen en artsen van de kliniek bepaald zou worden wanneer ik goed genoeg was om naar huis te mogen. De eerste dagen in de kliniek vond ik vreselijk. Ik was weg van huis, moest me houden aan een eetschema wat ik doodeng vond, en mocht totaal niet meer sporten of bewegen. Dit was voor mij echt even cold-turkey afkicken. Ik moet eerlijk toegeven dat er nog wel wat stiekeme push-ups en sit-ups in mijn kamer voorbij zijn gekomen, maar mijn eetlijst heb ik vanaf moment 1 direct gevolgd. Ik besefte me dat het geen zin had om hiermee te sjoemelen, en nu ik eenmaal was opgenomen wilde ik ook echt gaan herstellen. Ik zag de andere meiden en jongens, en realiseerde me dat ik dezelfde diagnose had.
Ben ik ook zo?
Want dan is er echt iets mis. In het begin was ik er nog van overtuigd dat ik niet tussen deze groep paste, zij waren er allemaal veel slechter aan toe dan ik. Maar gedurende de opname begon ik me te realiseren wat er met mij aan de hand was. Toen is er ergens ook een knop omgegaan. Ik weet niet meer hoe en wanneer dit gebeurde, maar het gebeurde. Ik was vanaf dat moment volledig gefocust op herstel. Ik wilde mijn leven terug, ik wilde weer naar huis, en weer op een gezonde manier kunnen sporten. Ik heb me overgegeven aan de therapiesessies, en werd geïnspireerd door ervaringsdeskundigen die vertelden over hun eetstoornis en hoe ze hiervan zijn hersteld. Dit heeft me uiteindelijk ook gemotiveerd om zelf vrijwilliger te worden bij Isa-Power als buddy.
Eindelijk naar huis!
Na 3 maanden opname mocht ik naar huis, ik was super trots en blij! Net als mijn familie, het was een fantastisch moment toen ik de kliniek dan echt mocht verlaten. De daaropvolgende weken thuis gingen eigenlijk heel erg goed. Ik kwam nog 2 dagen per week terug naar de kliniek voor dagbehandeling, en mocht verder thuis mijn leven stukje bij beetje weer oppakken. Ik ging weer naar school, en pakte ook onder begeleiding op een gezonde manier het sporten weer op. De 2 dagen therapie per week werden 1 dag per week, 1 dag per 2 weken, 1 dag per maand, het werd steeds verder afgebouwd. Ik voelde me goed, zelfstandig, onafhankelijk, en was klaar voor een volgende fase. Ik was inmiddels 18, en had mijn eindexamens afgerond. Ik wilde graag geneeskunde gaan studeren in Maastricht, en ik vond dat het goed genoeg ging om hieraan te beginnen. Ik verhuisde naar Maastricht om daar aan de studie te beginnen, een hele leuke en spannende tijd! Ik had het goed naar mijn zin, de studie beviel goed, en ik kwam terecht in een leuk huis met 12 gezellige meiden.
Mijn depressie
Echter merkte mijn omgeving (ikzelf had dit niet door) toch dat het langzaamaan weer slechter met me begon te gaan. Mijn huisgenoten merkten dat ik me steeds meer terugtrok, ik ging weer meer sporten, en meer op mijn voeding letten. Daarnaast ontwikkelde ik in deze periode een depressie, waardoor stemmingsproblemen eigenlijk op de voorgrond kwamen te staan. Ik ben vanuit Maastricht nog een aantal keer een paar weken bij mijn ouders thuis geweest omdat het gewoon echt niet goed ging. Helaas ging ik steeds verder achteruit, en trokken mijn ouders aan de bel bij de kliniek vanwege mijn terugval. Daar werd ik toen opnieuw opgenomen, maar deze keer voor een korte periode van 2 weken. Deze opname heeft me, in tegenstelling tot de 1 e opname, helaas niet verder geholpen. De eetstoornis was niet eens meer echt van invloed, ik had vooral veel last van mijn depressie. De depressieve gedachten werden steeds erger en ik kreeg ook suïcidale gedachten. Op dat moment werd het ook voor mij duidelijk dat er echt iets moest gaan veranderen.
Omdat ik in principe in Maastricht woonde en mijn leven zich daar afspeelde, hebben we de keuze gemaakt om de behandeling over te zetten naar het ziekenhuis daar. Ik kreeg een intakegesprek met een psychiater en een psycholoog. Deze keer de volwassenenzorg, ik was immers bijna 20 jaar oud. Zij zagen ook in dat het slecht met me ging, en adviseerden me om te starten met antidepressiva. Ook werd ik voor het instellen van de medicatie een week opgenomen op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Dit is omdat in het begin, bij het starten van antidepressiva, de klachten even erger kunnen worden. Het was voor mijn familie (en eerlijk gezegd ook voor mijzelf) een fijn idee dat er meer begeleiding aanwezig was.
Deze opname vond ik verschrikkelijk, maar de medicatie had gelukkig goed effect. Ik kreeg al heel snel minder last van mijn gedachten en voelde me beduidend beter. Met die medicatie en gesprekken bij een psycholoog in het ziekenhuis ben ik langzaam maar zeker weer opgekrabbeld. Ik was intussen ook weer gewoon aan het studeren en mijn leven aan het oppakken in Maastricht. Van mijn eetstoornis had ik geen last meer, die is grotendeels overschaduwd geweest door de depressie. Ik voelde me vrij om te eten en drinken wat ik wilde, en ik merkte ook dat dit gewoon kon! Mijn lichaam gaf aan wat het nodig had, en ik leerde weer te luisteren naar mijn honger- en verzadigingsgevoel. Het was een hele vreemde, maar ontzettend fijne ervaring om niet meer via een eetschema te eten. Als ik honger had (bijvoorbeeld na een training) at ik wat meer, en op andere dagen at ik wellicht weer wat minder. Ik was hier in het begin heel onzeker over, maar je lichaam is daadwerkelijk in staat dit zelf aan te geven. Als je weer leert te luisteren naar de signalen van je lichaam, heb je geen eetlijst meer nodig.
Ik kan weer genieten van eten!
Nu ik dit verhaal schrijf ben ik 23, en kan ik zeggen dat ik al zeker 2 jaar volledig van mijn eetstoornis af ben. Ik geniet enorm van lekker eten en drinken, en daarnaast sport ik nog graag. Echter doe ik dit nu omdat ik er heel veel plezier uithaal, en niet vanuit een obsessie of omdat het van mezelf moet. Ik ben in het laatste jaar van mijn studie geneeskunde, wat gelukkig allemaal erg goed gaat. Ik sta veel sterker in mijn schoenen, zelfverzekerder, en heb ongelofelijk veel over mezelf geleerd. Ik weet hoe ontzettend kl*te deze ziekte is, hoe wanhopig en onbegrepen je je voelt. Ik weet hoe moeilijk het is om uit deze situatie te komen en te herstellen, het voelt als een onmogelijke opgave. Maar het kan echt! Ik geloofde het destijds ook niet, maar heb uiteindelijk zelf ervaren dat herstel bestaat. En dat is geweldig, het is zo’n mooi om weer echte vrijheid en geluk te ervaren. Ik gun jou dat ook, jouw omgeving, en alle anderen die direct of indirect met deze ziekte te maken hebben.
Geloof in jezelf, je familie en vrienden, samen kan jij hieruit komen. Je moet het niet zelf willen doen, accepteer de hulp en ga ervoor. Het gaat met momenten vreselijk moeilijk en ingewikkeld zijn, herstel gaat ook met pieken en dalen, maar het is mogelijk. En wat je ervoor terugkrijgt, is het dubbel en dwars waard.
Liefs,
Marieke
PS: als je het fijn vindt om eens met mij te praten, dan kan dat. Ik ben vrijwilliger bij Isa Power en als BUDDY help ik meiden en jongens via de App, per telefoon of we kunnen ook samen een kopje thee drinken of een wandeling maken.