Er werd als baby al tegen mijn moeder gezegd: ‘met dit meisje ga je het nog heel moeilijk mee krijgen’. Als klein meisje had ik namelijk al een hele sterke eigen wil. Hierdoor kon ik op de basisschool regelmatig in de clinch liggen met leraren. Het contact met vriendjes en vriendinnetjes verliep gelukkig beter. Ik had veel vriendjes en vriendinnetjes waar ik mee speelde. Hier genoot ik van maar na een heftig ongeluk veranderde er veel.
Op jonge leeftijd, ik was zeven jaar, werd ik tijdens oversteken aangereden door een auto. Hierdoor moest ik zes weken in het gips vanwege een dubbele beenbreuk en een bekkenfractuur. Van het ongeluk kan ik mij weinig herinneren maar het heeft zowel figuurlijk als letterlijk een groot litteken achtergelaten. Het was de eerste keer dat ik mij echt alleen voelde. Ondanks dit ongeluk heb ik de basisschool goed doorlopen. Na de basisschool ging ik, als enige van mijn vriendinnen, naar het vmbo. Mijn vriendinnen gingen ook nog eens naar een andere school waardoor ik met lood in mijn schoenen naar de middelbare ging.
Zo zeker hoe ik mij soms gedroeg, zo onzeker was ik nu
Van een jong meisje met een sterke eigen wil, ging ik naar een puber meid die heel onzeker werd over haar lichaam en wie ze was. De puberfase was voor mij geen makkelijke periode. Ik kreeg steeds vaker ruzie met mijn moeder. Ik werd depressief, ik walgde van mezelf en ik kreeg steeds vaker het gevoel dat ik nergens bij hoorde. Relaties en vriendschappen verslechterden en gingen stuk en dit bevestigde mijn gevoel dat ik niets waard was. Ik deed er niet (meer) toe. Dit was de periode waar ik voor de eerste keer in aanraking kwam met therapeuten. Het was een zwarte periode waarin ik aan het overleven was. Ik beschadigde mezelf. Ik dronk teveel. Ik wilde mezelf verdoven zodat ik niet meer hoefde te ‘voelen’. Het verdoven hielp duidelijk niet op langer termijn. Het alleen maar slechter met mij.
Ik kreeg last van paniekaanvallen
Dit kon zo niet langer doorgaan. Door middel van therapie durfde ik, beetje bij beetje, steeds meer. Het behalen van mijn rijbewijs gaf mij motivatie om door te gaan met de eenzame strijd. Mijn auto gaf mij het gevoel dat ik weer wat meer vrijheid had. Ik kreeg een relatie. Dit gaf mij een goed gevoel maar tegelijkertijd was mijn onzekerheid nog niet weg. Waar ik eerst meer vluchtte in zelfbeschadiging en drank, kwam nu de eetstoornis meer om de hoek kijken. In mijn relatie merkte ik dat seksueel contact voor mij niet makkelijk was. Hierdoor heb ik een lange tijd bij een seksuoloog gelopen vanwege een te aangespannen bekkenbodem (vaginisme). Dit leidde ertoe dat ik nog meer onzeker werd. Ik voelde mij schuldig naar mijn partner en in mijn ogen kon ik niet voldoen aan een ideale relatie. Het bevestigde weer mijn gevoel dat ik niets waard was en niets kon. Mijn focus kwam hierdoor nog meer op het eten en sporten te liggen. Het afvallen ging nu snel. Eindelijk was ik ergens wél goed in. Een lange zoektocht voor therapie volgde. Bij de reguliere instellingen kreeg ik vaak te horen dat ik te complex was. Maar ik gaf de hoop niet hoop. Ik wist dat ik deze manier van leven niet kon en wilde volhouden.
Uiteindelijk vond ik, buiten de reguliere therapie om, hulp die niet alleen naar de eetstoornis keek. Ik voelde mij eindelijk gehoord en gezien. Ik mocht er zijn! Het werd een weg met vallen en opstaan. Met angst, verdriet, boosheid maar ook een met hoop. Stapje voor stapje ging ik vooruit. Ik mocht zelfs meewerken aan de documentaire ‘Masker’. Dit zie ik nog steeds als een hele mooie ervaring. Op moeilijke momenten pakte ik de therapie weer op en ging ik keihard aan de slag met mijn pijnpunten. Alle hulp heeft bijgedragen aan een grote portie zelfontwikkeling. Ik weet nu wat ik wil. Ik wil meer in mijn eigen kracht komen te staan en dit gaat mij steeds beter af. Ik doe dingen die ik leuk vind. Zo heb ik ook een eigen mutsenlijn opgezet: shine2beyou. Ook wil ik mij blijven ontwikkelen. Je bent immers nooit uitgeleerd. Binnenkort ga ik een cursus reiki 1 volgen en daar heb ik nu al zin in!