Van sporten als straf, naar sporten met een lach

Geschreven door: Dirkje
Vrijwilliger bij ISA Power

Dirkje Stiphout

Dirkje Stiphout

Het begon allemaal erg onschuldig, was 15 jaar zat op de middelbare school met genoeg lieve vriendinnetjes. Ook thuis, heb en had ik een heel warm gezin. Thuis hielden wij van lekker bourgondisch eten en leven. Mijn moeder is en was mijn allerbeste vriendin, papa mijn mattie en ook bij mijn broer kon ik alles kwijt. Ik was niet dik, maar zoals iemand ooit tegen mij zei ‘’een beetje romig, en daar is niks mis mee.’’ De brede heupen en flinke billen zijn een erfenis van mijn moeder. Toch besloot ik dat het wel verstandig zou zijn om een paar kilootjes op een verantwoorde manier te verliezen. Iets zo onschuldigs dat uiteindelijk een paar jaren van mijn leven heeft gecontroleerd.

Eén keer per week ging ik naar de diëtiste, hield mij aan de schijf van vijf en besloot te gaan fitnessen. Dit deed ik naast het voetballen drie keer per week, alhoewel ik toen en nu nog steeds niet weet wat nou eigenlijk buitenspel is. Dit ging erg goed en aan discipline geen gebrek. Toch zag ik er nog steeds niet uit hoe ik wilde, de brede heupen en billen waren niet weg. Op Instagram zag ik veel jonge vrouwen met ‘het perfecte lijf’. Ik wilde er precies zo uitzien. 

Op eigen houtje ging ik verder met afvallen, maar hoe meer kilo’s ik verloor hoe meer ook mijzelf. Ik was 15, een ontzettende koppige meid. Inmiddels nog steeds trouwens, en wist oh zo goed wat ik deed. Ik ging elke dag opschrijven in een boekje die ik verstopte op mijn kamer hoeveel ik at en hoeveel ik maximaal mocht eten. Hield ik mij hier niet aan? Dan kreeg ik drie opties: vinger in de keel, laxeermiddelen of zo lang sporten totdat alle calorieën eraf waren.

Ik moest bepaalde prioriteiten, die veel belangrijker waren dan gewicht verliezen opzijzetten. Ik stopte met voetbal, hoe geweldig ik het ook vond. Naar mijn idee was het in de sportschool effectiever. Ik loog, dat ik het gewoon niet meer zo leuk vond. Dingen die gezellig zouden moeten zijn deed ik niet meer, shoppen resulteerde in huilen in pashokjes. Met vriendinnen uitgaan, deed ik ook niet meer. Bang dat ik de verleiding niet aankon of dat ze iets zouden merken. Smoesjes zoals vaak ziek zijn, niet mogen of zogenaamd een verjaardag hebben van een tante werden wekelijkse kost. Als ik zo terugdenk, heb ik in een jaar nog nooit zoveel verjaardagen gehad en zoveel tantes. Bij papa en mama, at ik vaak niet mee. Want ik ging bij een vriendinnetje eten. Maar waar was ik? Je raad het, in de sportschool. Dit met een lege maag en urenlang zwetend op de Crosstrainer.

Bron, Unsplash.com

Bron, Unsplash.com

Doodmoe was ik, mijn energie was op. Ik viel vaak flauw en hield mij continu bezig met eten en sporten. Mijn hoofd zat niet vol met wiskundige berekeningen van school, maar wel met de berekeningen van de calorieën in voedingsproducten en het metselen van een muur om mij heen. Ik was mijzelf niet meer, gelukkig was ik niet. Wel goed met het verbergen ervan. Het enige wat voor mij nog belangrijk was, was niet eten en veel sporten. Mijn maat, brede heupen, flinke billen en masker maakten de eetstoornis onzichtbaar. Pas toen ik woedend en paniekerig werd op mijn moeder omdat ik echt geen broodje eiersalade wilde eten op een open dag, merkte ik zelf dat het goed fout zat. Dat je zo’n pittige ruzie maakt, omdat je simpelweg niet met je moeder wilt lunchen is niet meer normaal. Een broodje eiersalade heeft mijn ogen geopend, en daar ben ik nog steeds dankbaar voor. Ik besloot het thuis te vertellen en ging hulp zoeken. Dit was op zijn zachts gezegd geen eitje, voor zo’n hardgekookt ei als ik.

Sporten als straf. Zwetend, uitgeput en met een extreem hongergevoel op de crosstrainer. Gelukkig is deze tijd voorbij. Ik heb mijn rust gevonden in sport, wat eerst altijd chaos was. Door het sporten en de hulp heb ik geleerd hoe ik mijzelf kan uitdagen, hoe ik doelen kan bereiken maar ook het vergeven en accepteren dat het niet altijd mogelijk is. In plaats van bepaalde dingen te eisen van mijn lichaam, leer ik te luisteren naar mijn lichaam. Fitness gaat niet om het afvallen, hoe goed je conditie is, hoe snel je rent of hoeveel kilo je kan squatten. Fitness gaat over de balans vinden tussen je verstand, lichaam en je geest. Het geeft mij energie en het heeft mij geleerd dat alles mogelijk is als je er maar hard genoeg voor werkt en in jezelf gelooft. Na het sporten voel ik iets wat ik eerst nooit heb toegelaten en dat is rust.

Ik ging de strijd aan, heb geleerd om beetje bij beetje de muur af te breken. Mensen weer te vertrouwen, praten over problemen en de controle los te laten. Leren te houden van mezelf, en trots te zijn. De heupen en billen van mijn moeder, niet als een hinderlijke erfenis te zien maar als een cadeautje. Ik ben hier nu trots op. Liegen hoeft niet meer, sporten is geen straf en ik shop tot dat mijn bankrekening gaat huilen.

Durf de strijd aan te gaan, hoe moeilijk het ook is.

Accepteer hulp, stel je open en breek je muur beetje bij beetje af. Ook jij kan dit, zolang je maar in jezelf gelooft.

Heel veel liefs,

Dirkje