Geschreven door Rianne
Vrijwilliger bij ISA Power
Ik kan geen eetstoornis krijgen, daarvoor houd ik te veel van eten. De woorden die ik op 12 jarige leeftijd zei, niet wetende dat ik 5 jaar later werd opgenomen voor anorexia nervosa.
Maar laten we bij het begin beginnen. In mijn leven heb ik eigenlijk niet veel tegenslagen gehad. Ik heb veel vrienden, ik haalde goede cijfers op school, ik heb een lieve familie en ik ben een sportieve gezonde meid. Ik had een stabiel en fijn leven.
In dit perfecte plaatje kwam de eerste barst toen ik van de basisschool naar de middelbare school ging. Ondanks dat veel van mijn vriendinnen naar dezelfde middelbare school gingen, nam de middelbare school voor mij onzekerheid met zich mee omdat ik een stuk van mijn vertrouwde en veilige omgeving moest achterlaten. Ik ben iemand die graag houvast heeft en met een helikopter perspectief mijzelf een plek in de groep kan geven. Ik ben altijd vrij bewust welke rol ik binnen groepen inneem. Op basis van deze plek, baseer ik mijn identiteit. Het beeld van mijn plekje/identiteit op de basisschool, was als een spring in het veld. Ik kon het met iedereen goed kon vinden, ik deed waar ik zin in had, ik kon goed voor mijzelf kon opkomen en ik trok mij niet veel aan van wat anderen mensen zeiden of van mij konden denken. Op de middelbare school veranderde het beeld wat ik van mijzelf had. Ondanks dat ik nog altijd veel vriendinnen had, voelde ik mij vaak alleen en anders dan de rest. Ik was niet zo geïnteresseerd in jongens en ik had geen verstand van mode of make-up. Ik wilde hoge cijfers halen, mijn ouders trots maken en wilde liever iets gezelligs en actiefs doen, dan buiten ‘chille’. Ik voelde mij steeds minder prettig, ik voelde mij anders en daardoor raar en daardoor eenzaam. In mijn optiek was mijn plekje veranderd van een stoere onafhankelijke meid naar een stille onzekere buitenstaander. Dit terwijl mijn vrienden er nog altijd voor mij waren. Door de onzekerheid of ik wel leuk was en niet raar of anders, maakte dat ik mij niet goed genoeg voelde. Ik wilde zijn zoals zij, maar dat was ik niet. Ik werd boos op mijzelf omdat ik was wie ik was.
Het gevoel van onzekerheid, het gevoel dat ik raar en anders was dan de rest en daardoor de afkeuring naar mijzelf, maakte dat ik mij steeds meer terugtrok en mij stukje bij beetje steeds meer ging distantiëren van de rest. Mijn gevoel van eenzaamheid werd hierdoor echter alleen maar groter.
Deze gevoelens werden nog sterker met de overstap naar een nieuwe school. Het verlangen naar het oude vertrouwde veilige gevoel waar ik mij niks aantrok van wat anderen konden denken en zeiden werd groter en mijn vertrouwen in mijzelf en dat ik op de nieuwe school wel in een nieuwe groep zou passen, steeds kleiner.
Mijn verlangens werden gehoord, houvast, zekerheid en iemand die er altijd voor mij was, had ik gevonden. Ik kon mijn gevoelens kwijt, letterlijk wegnemen, bij mijn eetstoornis. De vertrouwensband met mijn eetstoornis ging vrij hard. Mijn omgeving had zelfs sneller door dat ik een (h)echte band met een eetstoornis had opgebouwd dan ikzelf. In het afvallen vond ik kracht, zekerheid en erkenning. Hier was ik echt goed in, hier kon ik mij helemaal op focussen, hier kon ik op terugvallen. Men had weer aandacht voor mij, ik was niet meer stil op de achtergrond, maar ik werd weer gezien. Tenminste dat dacht ik.
Het afvallen begon onschuldig. Mijn buik en ‘love handels’ mochten ook wel wat minder. Met deze lichaamsdelen heb altijd een haat liefde verhouding gehad. Van het niet snoepen, is het middels kleine stappen, overgegaan naar de grootste moeite hebben om überhaupt te eten. Het feit dat ik van jongs af aan een fanatieke sporter en zeer competitief was, hielp ook niet erg mee. Alles moest beter, meer (of juist minder), strakker en strenger, elke dag weer. Ondanks dat ik mij sterk en goed voelde dat ik zo gedisciplineerd kon leven, waren dit mijn ellendigste dagen van mijn leven.
Er zijn momenten geweest waarbij ik niet meer wilde leven omdat ik de letterlijke en figuurlijke leegte, negatieve, strenge, boze en veroordelende stem die ik 24/7 hoorde niet meer aankon. Ik kon niks meer. Niet naar school, niet sporten, niet met vrienden op pad, zelfs het lopen van de woonkamer naar de keuken putte mij uit. In mijn hart voelde ik het kleine onbezorgde meisje. Ik was moe, ik kon niet meer en één van mijn angsten, het verliezen van mijn vertrouwde omgeving en vrienden, werd door mijn eetstoornis steeds meer werkelijkheid.
Want het waren mijn vriendinnen vanuit de middelbare school, waar ik mij juist zo van vervreemd voelde die als eerst zagen dat het niet goed met mij ging. Hierdoor ging ik al vrij snel in behandeling. In totaal heb ik 8 jaar therapie gehad om deze kleine onbezorgde stem in mij terug te brengen. Wat voor mij het meest heeft geholpen waren de therapieën met een ervaringsdeskundige waar ik veel moed en vertrouwen uithaalde dat ik kon genezen. Ook kon zij mij beter doorgronden, de slinkse trucjes van de eetstoornis detecteren en confronteren. Ook een klinisch boostopname in Portugal heeft mij enorm geholpen waar ik (gelukkig goede en positieve) steun kon vinden en waar ik 24/7 werd geconfronteerd met mijn gedrag. Daar heb ik ook geleerd om te praten over mijn gedachtes en gevoelens, al vind ik dit nog altijd lastig door de gevoelens om raar of anders te zijn.
Een van de grotere omslagpunten was het ultimatum van mijn vriend. Al jaren wilden wij op reis naar Indonesië, maar dat zou niet gebeuren wanneer ik niet ‘normaal’ kon doen. Daarnaast de bruiloft van mijn broer, waar ik de meeste innerlijke kracht voelde om door te pakken. Geen haar op mijn hoofd die wilde dat ik ongezond op de foto’s zou komen.
Mijn weg naar herstel had ik niet op deze manier kunnen doorlopen zonder de onvoorwaardelijke steun van mijn familie en vrienden en dit is waar ik het meest dankbaar voor ben. Want wat ben ik een kreng geweest! Deze steun heeft ook mijn angst ontkracht. De angst dat ik er niet bij zou horen, niet meer gezien werd en niet goed genoeg was, werd ontkracht doordat iedereen bij mij is gebleven. Ik ben hen daarvoor eeuwige dankbaar.
Ondanks dat de eetstoornis mij voornamelijk kommer en kwel heeft gegeven, heb ik er ook veel uit geleerd. Eén van de belangrijkste, om mijzelf uit te spreken. In mijn hoofd heeft zich een werkelijkheid gevormd, die anderen helemaal niet als ‘de’ werkelijkheid herkende. In mijn hoofd hoorde ik nergens mij, was ik anders en zou niemand mij missen. Echter na gesprekken met vriendinnen en familie blijkt juist totaal niet zo te zijn. Dit heeft mij geleerd dat er niet één werkelijkheid is. Iedereen ervaart en ziet gebeurtenissen anders. Het blijven praten en uiten van wat je denkt en voelt, kan er voor zorgen je anders naar situaties gaat kijken.
Ik hoor vaak in mijn omgeving dat je van een eetstoornis niet kan genezen, dat dit altijd een zwakke plek zal blijven in moeilijke momenten. Ik ben het hier niet mee eens. Ik ben hersteld van mijn eetstoornis maar daarbij kan ik ook moeilijke momenten in mijn leven herkennen middels eten. Wanneer ik merk dat ik wil ‘rommelen’ met eten en eten invloed heeft op mijn gedrag, humeur of emoties, weet ik dat er iets in mijn leven is (gebeurd) waar ik mee zit. Door spiegeling van mijn emoties in het eten, herken ik snel als ik niet goed in mij vel zit waardoor ik snel op een gezonde manier deze situaties kan benaderen. Ik kan zeggen dat ik mijn gruwelijke sluipmoordenaar heb veranderd naar een talisman die mijn leven rijker heeft gemaakt.