Geschreven door Mariëlle
Vrijwilliger bij ISA Power
Inmiddels heb ik stappen gezet naar meer zelfvertrouwen. Toch blijft ergens in mij een klein meisje zitten dat super onzeker is. Mijn eetstoornis was mijn manier om zekerheid te krijgen, om niet alle negatieve gevoelens te hoeven voelen die ik voel(de) over mezelf, mijn prestaties of zonder directe aanleiding.
Waar ik tijdens mijn eetstoornis achterkwam, was dat ik helemaal niet zo uniek was. Als mensen kijken we vaker naar onderlinge verschillen dan naar overeenkomsten. Immers, op deze manier kan je jezelf onderscheiden en definiëren. Ter illustratie: Je zult eerder zeggen dat je lievelingssport zwemmen is, dan dat je aangeeft elke dag je tanden te poetsen.
Uniek was ik (helaas) allerminst. Er bleken veel meer mensen met een eetstoornis te zijn. Die begrepen gedeeltelijk wat ik doormaakte. Omdat de eetstoornis meestal voortkomt uit iets anders, was de echte eyeopener echter dat zoveel meer mensen onzeker waren. Zeker ook mensen zonder eetstoornis!
In F*ck die onzekerheid geschreven door Vréneli Stadelmaier werd exact beschreven wat ik ervaar: angst voor mislukking, angst om niet aan de verwachtingen te voldoen / om eerdere successen niet te kunnen evenaren, angst om niet geaccepteerd te worden / om niet aardig gevonden te worden. Kortom, de vrees om bevestigd te krijgen wat een stemmetje in mijn hoofd mij de hele tijd influistert: “Ik ben gewoon niet goed genoeg”.
In het boek worden verschillende oorzaken aangewezen, die ik heb aangevuld met eigen voorbeelden:
1) Zoals eerder geschreven kijken we het grootste deel van de tijd naar verschillen en het liefst oefenen we door het vergelijken ook nog eens druk op elkaar uit: we willen de beste zijn en alle balletjes hooghouden (als moeder, als vriendin/vrouw, als dochter, als werknemer, als …).
Daarnaast weten we al op jonge leeftijd dat we niet altijd eerlijk zijn. Als iemand mij vraagt of haar kont dik is in een bepaalde broek, dan wil ik haar niet kwetsen. En roddelen, ja, dat heb ik ook gedaan. Ik probeer er inmiddels op te letten, maar voorheen kon ik best lelijke dingen over iemand zeggen als diegene er niet bij was. Daar veroordeel ik mijzelf wel voor. De keerzijde: als je dit zelf doet, dan creëert dat de verwachting dat anderen ook over jou kunnen roddelen. Dan de zaken niet verbloemen en wél recht voor zijn raap zeggen wat ze van je denken. Een complimentje die rechtstreeks aan jou gericht is, wordt vanuit dit perspectief wantrouwend tegemoet getreden. “Ja ja, dat zeg je nu, maar dadelijk kun je wel iets heel anders zeggen”. Zelfs al weet je dat je niet het middelpunt van de wereld vormt en mensen wel iets leukers kunnen verzinnen dan lelijk praten over jou ;)
We willen bij de groep blijven horen, verbondenheid en liefde ervaren. Door geroddel heb je de kans om verstoten te worden en dat maakt ons angstig. Terwijl de waarheid horen en zeggen, hoe lastig ook, kan bijdragen aan groei. Je krijgt een reëler beeld van jezelf en kan jezelf verbeteren. Ik probeer nu iets tegen iemand zelf te zeggen en het anders met niemand anders te bespreken.
2) Je lichaam en dan voornamelijk je hersenen kunnen invloed hebben. Ik kon dag en nacht piekeren. Een mogelijke verklaring zou mijn prefrontale cortex kunnen zijn, als die groter is dan gemiddeld (vaak bij vrouwen) en daardoor harder zou werken. Bij vrouwen is daarnaast het limbisch systeem gemiddeld actiever zijn dan bij mannen, waardoor we intuïtiever en gevoeliger zouden zijn. Dat maakt ons ook meer gefocust op mogelijke signalen van afwijzing.
Wat in het boek niet gezegd wordt, maar wat ik uit eigen ervaring weet, is dat die signalen soms helemaal onjuist blijken. Dan denk ik bijvoorbeeld dat Pietje negatief met iemand aan het smoezen is over mij, terwijl het helemaal niet over mij ging, om terug te komen op de vorige oorzaak.
3) Ten slotte kan de opvoeding bijdragen. Mijzelf wederom als voorbeeld nemend. Vroeger als ik stil en rustig was, was ik “braaf” en schepte mijn moeder tegenover anderen (weer het roddelen) op dat ik zo’n lief meisje was. Dat voelde zo fijn! Mijn vader had het ook graag rustig. Teveel drukte, daar leek hij niet tegen bestand. En niemand wil zijn ouders tot last zijn. Dus heb ik onbewust geconcludeerd: als ik zo min mogelijk zichtbaar ben, zo min mogelijk drukte maak, dan ben ik niemand tot last. Dan ben ik goed bezig. Dat kan onbewust bijgedragen hebben aan de eetstoornis trouwens: ik was fysiek minder aanwezig (maar de zorgen over mij maakten dat ik juist iedereen ‘tot last’ was). Iets anders: mijn moeder erkent naar mijn idee mijn fouten niet. Nu zie ik als perfectionist overal foutjes in, maar zelfs grove fouten lijkt ze niet te zien. Haar feedback “Je doet het goed, maak je niet druk” zal daarom nog altijd niet aankomen. Want ja, dat zei ze ook als ik wel een fout gemaakt had. Mijn conclusie: ik kan alleen mijzelf belonen, want alleen dan weet ik zeker dat het niet gelogen is.
Nu blijken vele vrouwen (aldus het boek) onzeker te zijn. Te weten dat ze op een plek zitten die ze verdiend hebben, maar het gevoel houden dat ze het eigenlijk niet kunnen. Dat ze iedereen, inclusief zichzelf, een vals beeld voorhouden dat niet overeenkomt met de werkelijkheid. Zelfs als er objectief bewijs is (diploma’s), blijven ze het gevoel houden tekort te schieten in vergelijking met leeftijdsgenoten. Waarom ervaren deze succesvolle vrouwen dit? Omdat ze hun successen toeschrijven aan externe factoren / geluk.
Ze gebruiken hoofdzakelijk twee tactieken: ofwel zorgen ze ervoor dat ze onder hun niveau werken ofwel werken ze kei- en keihard. Door het eerste is de kans om door de mand te vallen verkleind. Door het tweede behalen ze keer op keer succes, kennen ze het opnieuw toe aan externe factoren en om mislukking te voorkomen blijven ze keihard werken.
Anderen gebruiken humor als masker of saboteren hun eigen succes (uitstelgedrag om fouten toe te kunnen schrijven aan de tijdsdruk).
Dit alles heeft negatieve gevolgen voor je geluk (angst), je lijf (stress-gerelateerde ziekten) en je carrière (minder ambitie).
Je wil nu natuurlijk graag oplossingen?
Maak kennis met de verschillende stemmen in je hoofd.
Je kunt deze stemmen onderverdelen in verschillende persoonlijkheden, zoals ik tijdens de BEAT-IT training van ISA Power ook leerde. Tijdens je jeugd hoor je van alles. Dit sla je op. Maar deze ‘oude waarheden’ zijn heel standvastig. Ze denken een bepaald doel te dienen, proberen je ergens tegen te beschermen. Denk aan het vervelende gevoel van gestraft worden. Dat wil je niet meer, dus probeer je alles goed te doen.
- Ga zoeken naar objectief bewijs en eigen je je successen toe.
Voor andere tips wil ik verwijzen naar het boek, want anders verklap ik alles en dat is niet mijn bedoeling ;) Je kunt ook aan informatie komen via de website http://fuckdieonzekerheid.nl/
Nou vooruit, ik heb nog twee tips voor je.
De eerste tip (uit een ander boek, die vorige week al aan bod kwam: Mensenkennis en misverstanden van N. Epley) is om toch uit te gaan van feitelijke feedback. Anderen vertellen je inderdaad niet altijd wat je wil weten: ze liegen, misleiden, brengen je op een dwaalspoor, gaan het onderwerp uit de weg… Maar het merendeel van de tijd vertellen ze gewoon de waarheid! Om het perspectief van een ander te verkrijgen is het belangrijk dat je zijn perspectief krijgt in plaats van probeert te lezen. Dus stel vragen met ‘Wat … ‘ (het waarom is henzelf vaak ook onbekend) én luister naar hun antwoord. Wees extreem duidelijk, want soms kan het zijn dat je overschat hoe duidelijk je bent. En wil je testen of je het goed begrepen hebt? Herhaal dan kort het antwoord in je eigen woorden, alvorens door te gaan met je gesprek.
Hierdoor kun je je speculaties loslaten, want (wederom ‘kennis’ uit eigen ervaring) die kunnen anders onterecht groter worden. Nu heb je in één keer duidelijkheid.
De tweede tip komt niet uit een boek, maar heb ik van een arts gekregen. Het voelde heel tegennatuurlijk en ik weet niet of mijn onzekerheid erdoor verminderd is, maar het bracht me wel in een betere stemming. De arts was van mening dat complimentjes bij mij niet aankwamen (dat klopte helemaal). Dus ik zou mezelf complimentjes mogen gaan geven. Zij goot dat in de volgende opdracht, die haarzelf in het verleden geholpen had: schrijf een brief aan jezelf. In elke alinea zet je een nieuwe positieve eigenschap van jezelf neer.
Om niet direct te stoppen, wilde ze dat het minimaal een X aantal A4’tjes zou worden.
Uiteindelijk heb ik een lijstje karaktereigenschappen gepakt, omdat ik het een moeilijke opdracht vond. Pietleuterig kon ik ook als nauwkeurig benoemen. En zo kwam ik toch een stuk verder dan ik had gedacht. Het hielp om met een positieve bril op naar mijzelf te kunnen kijken. Alleen dat was al een stap in de richting van meer zelfvertrouwen (en minder reden om een eetstoornis in stand te houden).