Mijn kl*te eetstoornis, bewegingsdrang en mijn opname in de kliniek

Ik vind het lastig om te bedenken hoe ik dit verhaal het best kan opschrijven, er is immers heel veel gebeurd. Ook wil ik graag bereiken dat je er iets aan hebt, dat het je een sprankje hoop, motivatie of wijsheid kan bieden waarmee je verder kan. Ik begin gewoon bij het begin, en ik hoop dat het je nieuwe inzichten heeft gegeven wanneer je het straks hebt uitgelezen.

Ik ben altijd erg actief sportief geweest. Toen ik een jaar of 13-14 was, besloot ik het hardlopen wat serieuzer te gaan nemen en er ook krachttraining bij te gaan doen. Ik wilde graag sterker en gespierder worden. Ik heb vaak nagedacht over waarom ik dit destijds ben gaan doen, en ik denk wel dat dit uit een stukje onzekerheid is voortgekomen. Ik ben altijd een redelijk introvert persoon geweest die graag op zichzelf is. Dat is nu nog steeds zo en ik voel me hier helemaal oke bij, maar op jongere leeftijd had ik hier wel last van. Ik vergeleek mezelf altijd met mijn tweelingzus, die enorm spontaan, extravert en sociaal is en altijd superveel vrienden had. Als ik dan naar mezelf keek, zag ik een ietwat ‘stil’ meisje dat erg goed was op school, maar verder niet echt opviel. Ik wilde graag iets waar ik echt goed in was, en waarin ik kon uitblinken. Ik kwam erachter dat ik kon uitblinken in sport, en wilde hier dan ook graag beter, sneller en sterker in worden.

Dit leidde ertoe dat ik mijn trainingsintensiteit omhoog ging gooien. Aanvankelijk was dat allemaal redelijk onschuldig. Mijn hardlooprondjes werden geleidelijk aan langer en sneller, en ik begon redelijk wat kracht op te bouwen in de sportschool. Het ging echter de verkeerde kant op toen ik ook mijn voeding erbij ging betrekken. Ik wilde, om mijn sportprestaties optimaal te ondersteunen, zo ‘gezond’ mogelijk eten. Al het in mijn hoofd ‘ongezonde’ eten moest de deur uit. Dit zorgde ervoor dat ik op den duur (ik denk aanvankelijk nog onbewust) ook minder voeding binnenkreeg en langzamerhand begon af te vallen. Langzaam maar zeker kregen de gedachten over voeding steeds meer de overhand.

Ik werd steeds extremer!
Het afvallen versnelde, en ik werd steeds extremer in wat ik van mezelf mocht eten en wat niet. Mijn omgeving begon het op een gegeven moment op te merken, en zij hebben meerdere keren hun zorgen geuit. Natuurlijk zei ik dat er niks aan de hand was, ze overdreven allemaal enorm en moesten zich niet zo aanstellen. Zo ging het ongeveer een jaar lang door, totdat ik serieus ondergewicht begon te krijgen. Toen hebben mijn ouders me toen ik 15 was meegenomen naar de kinderarts. Daar werd ik gelijk geconfronteerd met hoe ik ervoor stond; ik bracht mijn eigen lichaam in gevaar, dit moest direct stoppen. Het werd me per direct verboden om nog te sporten, wat me natuurlijk heel erg zwaar is gevallen.

Ik moest een eetschema volgen
Daarnaast werd ik gelijk doorgestuurd naar een psycholoog en een diëtiste in het ziekenhuis. Ik moest een duidelijk eetschema volgen, waar ik het natuurlijk niet mee eens was. Ik vond het teveel, te ongezond, en protesteerde ertegen. Er volgden talloze discussies en ruzies thuis, die ons gezin behoorlijk op spanning hebben gezet. Na ongeveer een jaar therapie via het ziekenhuis kwamen we samen tot de conclusie dat dit niet ging werken. Ik was eigenlijk niks vooruitgegaan, en mijn familie was uitgeput van alle strijd tegen mijn eetstoornis. Ik vond daarentegen nog steeds niet dat ik een eetstoornis had.

De kinderarts besloot me te verwijzen naar een gespecialiseerde GGZ-kliniek voor eetstoornissen. Daar kreeg ik een startgesprek zodat ze mij konden leren kennen, en ook mijn ouders kregen therapie samen met andere ouders van lotgenoten. Al snel werd het advies gegeven voor een opname in de kliniek toen ik 17 jaar was. Ik schrok enorm toen ik dit hoorde, en begon me denk ik toen voor het eerst te beseffen dat er misschien toch wat mis was. Met veel tegenzin ben ik uiteindelijk akkoord gegaan en heb ik me laten opnemen voor onbepaalde tijd. Dit betekent dat in overleg met de verpleegkundigen en artsen van de kliniek bepaald zou worden wanneer ik goed genoeg was om naar huis te mogen. De eerste dagen in de kliniek vond ik vreselijk. Ik was weg van huis, moest me houden aan een eetschema wat ik doodeng vond, en mocht totaal niet meer sporten of bewegen. Dit was voor mij echt even cold-turkey afkicken. Ik moet eerlijk toegeven dat er nog wel wat stiekeme push-ups en sit-ups in mijn kamer voorbij zijn gekomen, maar mijn eetlijst heb ik vanaf moment 1 direct gevolgd. Ik besefte me dat het geen zin had om hiermee te sjoemelen, en nu ik eenmaal was opgenomen wilde ik ook echt gaan herstellen. Ik zag de andere meiden en jongens, en realiseerde me dat ik dezelfde diagnose had.

Ben ik ook zo?
Want dan is er echt iets mis. In het begin was ik er nog van overtuigd dat ik niet tussen deze groep paste, zij waren er allemaal veel slechter aan toe dan ik. Maar gedurende de opname begon ik me te realiseren wat er met mij aan de hand was. Toen is er ergens ook een knop omgegaan. Ik weet niet meer hoe en wanneer dit gebeurde, maar het gebeurde. Ik was vanaf dat moment volledig gefocust op herstel. Ik wilde mijn leven terug, ik wilde weer naar huis, en weer op een gezonde manier kunnen sporten. Ik heb me overgegeven aan de therapiesessies, en werd geïnspireerd door ervaringsdeskundigen die vertelden over hun eetstoornis en hoe ze hiervan zijn hersteld. Dit heeft me uiteindelijk ook gemotiveerd om zelf vrijwilliger te worden bij Isa-Power als buddy.

Eindelijk naar huis!
Na 3 maanden opname mocht ik naar huis, ik was super trots en blij! Net als mijn familie, het was een fantastisch moment toen ik de kliniek dan echt mocht verlaten. De daaropvolgende weken thuis gingen eigenlijk heel erg goed. Ik kwam nog 2 dagen per week terug naar de kliniek voor dagbehandeling, en mocht verder thuis mijn leven stukje bij beetje weer oppakken. Ik ging weer naar school, en pakte ook onder begeleiding op een gezonde manier het sporten weer op. De 2 dagen therapie per week werden 1 dag per week, 1 dag per 2 weken, 1 dag per maand, het werd steeds verder afgebouwd. Ik voelde me goed, zelfstandig, onafhankelijk, en was klaar voor een volgende fase. Ik was inmiddels 18, en had mijn eindexamens afgerond. Ik wilde graag geneeskunde gaan studeren in Maastricht, en ik vond dat het goed genoeg ging om hieraan te beginnen. Ik verhuisde naar Maastricht om daar aan de studie te beginnen, een hele leuke en spannende tijd! Ik had het goed naar mijn zin, de studie beviel goed, en ik kwam terecht in een leuk huis met 12 gezellige meiden.

Mijn depressie
Echter merkte mijn omgeving (ikzelf had dit niet door) toch dat het langzaamaan weer slechter met me begon te gaan. Mijn huisgenoten merkten dat ik me steeds meer terugtrok, ik ging weer meer sporten, en meer op mijn voeding letten. Daarnaast ontwikkelde ik in deze periode een depressie, waardoor stemmingsproblemen eigenlijk op de voorgrond kwamen te staan. Ik ben vanuit Maastricht nog een aantal keer een paar weken bij mijn ouders thuis geweest omdat het gewoon echt niet goed ging. Helaas ging ik steeds verder achteruit, en trokken mijn ouders aan de bel bij de kliniek vanwege mijn terugval. Daar werd ik toen opnieuw opgenomen, maar deze keer voor een korte periode van 2 weken. Deze opname heeft me, in tegenstelling tot de 1 e opname, helaas niet verder geholpen. De eetstoornis was niet eens meer echt van invloed, ik had vooral veel last van mijn depressie. De depressieve gedachten werden steeds erger en ik kreeg ook suïcidale gedachten. Op dat moment werd het ook voor mij duidelijk dat er echt iets moest gaan veranderen.

Omdat ik in principe in Maastricht woonde en mijn leven zich daar afspeelde, hebben we de keuze gemaakt om de behandeling over te zetten naar het ziekenhuis daar. Ik kreeg een intakegesprek met een psychiater en een psycholoog. Deze keer de volwassenenzorg, ik was immers bijna 20 jaar oud. Zij zagen ook in dat het slecht met me ging, en adviseerden me om te starten met antidepressiva. Ook werd ik voor het instellen van de medicatie een week opgenomen op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Dit is omdat in het begin, bij het starten van antidepressiva, de klachten even erger kunnen worden. Het was voor mijn familie (en eerlijk gezegd ook voor mijzelf) een fijn idee dat er meer begeleiding aanwezig was.

Deze opname vond ik verschrikkelijk, maar de medicatie had gelukkig goed effect. Ik kreeg al heel snel minder last van mijn gedachten en voelde me beduidend beter. Met die medicatie en gesprekken bij een psycholoog in het ziekenhuis ben ik langzaam maar zeker weer opgekrabbeld. Ik was intussen ook weer gewoon aan het studeren en mijn leven aan het oppakken in Maastricht. Van mijn eetstoornis had ik geen last meer, die is grotendeels overschaduwd geweest door de depressie. Ik voelde me vrij om te eten en drinken wat ik wilde, en ik merkte ook dat dit gewoon kon! Mijn lichaam gaf aan wat het nodig had, en ik leerde weer te luisteren naar mijn honger- en verzadigingsgevoel. Het was een hele vreemde, maar ontzettend fijne ervaring om niet meer via een eetschema te eten. Als ik honger had (bijvoorbeeld na een training) at ik wat meer, en op andere dagen at ik wellicht weer wat minder. Ik was hier in het begin heel onzeker over, maar je lichaam is daadwerkelijk in staat dit zelf aan te geven. Als je weer leert te luisteren naar de signalen van je lichaam, heb je geen eetlijst meer nodig.

Ik kan weer genieten van eten!
Nu ik dit verhaal schrijf ben ik 23, en kan ik zeggen dat ik al zeker 2 jaar volledig van mijn eetstoornis af ben. Ik geniet enorm van lekker eten en drinken, en daarnaast sport ik nog graag. Echter doe ik dit nu omdat ik er heel veel plezier uithaal, en niet vanuit een obsessie of omdat het van mezelf moet. Ik ben in het laatste jaar van mijn studie geneeskunde, wat gelukkig allemaal erg goed gaat. Ik sta veel sterker in mijn schoenen, zelfverzekerder, en heb ongelofelijk veel over mezelf geleerd. Ik weet hoe ontzettend kl*te deze ziekte is, hoe wanhopig en onbegrepen je je voelt. Ik weet hoe moeilijk het is om uit deze situatie te komen en te herstellen, het voelt als een onmogelijke opgave. Maar het kan echt! Ik geloofde het destijds ook niet, maar heb uiteindelijk zelf ervaren dat herstel bestaat. En dat is geweldig, het is zo’n mooi om weer echte vrijheid en geluk te ervaren. Ik gun jou dat ook, jouw omgeving, en alle anderen die direct of indirect met deze ziekte te maken hebben.


Geloof in jezelf, je familie en vrienden, samen kan jij hieruit komen. Je moet het niet zelf willen doen, accepteer de hulp en ga ervoor. Het gaat met momenten vreselijk moeilijk en ingewikkeld zijn, herstel gaat ook met pieken en dalen, maar het is mogelijk. En wat je ervoor terugkrijgt, is het dubbel en dwars waard.

Liefs,
Marieke

PS: als je het fijn vindt om eens met mij te praten, dan kan dat. Ik ben
vrijwilliger bij Isa Power en als BUDDY help ik meiden en jongens via de App, per telefoon of we kunnen ook samen een kopje thee drinken of een wandeling maken.

Van een jong meisje met een sterke eigen wil, werd ik een onzekere puber die haar lichaam niet accepteerde.

Er werd als baby al tegen mijn moeder gezegd: ‘met dit meisje ga je het nog heel moeilijk mee krijgen’. Als klein meisje had ik namelijk al een hele sterke eigen wil. Hierdoor kon ik op de basisschool regelmatig in de clinch liggen met leraren. Het contact met vriendjes en vriendinnetjes verliep gelukkig beter. Ik had veel vriendjes en vriendinnetjes waar ik mee speelde. Hier genoot ik van maar na een heftig ongeluk veranderde er veel.

Op jonge leeftijd, ik was zeven jaar, werd ik tijdens oversteken aangereden door een auto. Hierdoor moest ik zes weken in het gips vanwege een dubbele beenbreuk en een bekkenfractuur. Van het ongeluk kan ik mij weinig herinneren maar het heeft zowel figuurlijk als letterlijk een groot litteken achtergelaten. Het was de eerste keer dat ik mij echt alleen voelde. Ondanks dit ongeluk heb ik de basisschool goed doorlopen. Na de basisschool ging ik, als enige van mijn vriendinnen, naar het vmbo. Mijn vriendinnen gingen ook nog eens naar een andere school waardoor ik met lood in mijn schoenen naar de middelbare ging.

Zo zeker hoe ik mij soms gedroeg, zo onzeker was ik nu
Van een jong meisje met een sterke eigen wil, ging ik naar een puber meid die heel onzeker werd over haar lichaam en wie ze was. De puberfase was voor mij geen makkelijke periode. Ik kreeg steeds vaker ruzie met mijn moeder. Ik werd depressief, ik walgde van mezelf en ik kreeg steeds vaker het gevoel dat ik nergens bij hoorde. Relaties en vriendschappen verslechterden en gingen stuk en dit bevestigde mijn gevoel dat ik niets waard was. Ik deed er niet (meer) toe. Dit was de periode waar ik voor de eerste keer in aanraking kwam met therapeuten. Het was een zwarte periode waarin ik aan het overleven was. Ik beschadigde mezelf. Ik dronk teveel. Ik wilde mezelf verdoven zodat ik niet meer hoefde te ‘voelen’. Het verdoven hielp duidelijk niet op langer termijn. Het alleen maar slechter met mij.

Ik kreeg last van paniekaanvallen
Dit kon zo niet langer doorgaan. Door middel van therapie durfde ik, beetje bij beetje, steeds meer. Het behalen van mijn rijbewijs gaf mij motivatie om door te gaan met de eenzame strijd. Mijn auto gaf mij het gevoel dat ik weer wat meer vrijheid had. Ik kreeg een relatie. Dit gaf mij een goed gevoel maar tegelijkertijd was mijn onzekerheid nog niet weg. Waar ik eerst meer vluchtte in zelfbeschadiging en drank, kwam nu de eetstoornis meer om de hoek kijken. In mijn relatie merkte ik dat seksueel contact voor mij niet makkelijk was. Hierdoor heb ik een lange tijd bij een seksuoloog gelopen vanwege een te aangespannen bekkenbodem (vaginisme). Dit leidde ertoe dat ik nog meer onzeker werd. Ik voelde mij schuldig naar mijn partner en in mijn ogen kon ik niet voldoen aan een ideale relatie. Het bevestigde weer mijn gevoel dat ik niets waard was en niets kon. Mijn focus kwam hierdoor nog meer op het eten en sporten te liggen. Het afvallen ging nu snel. Eindelijk was ik ergens wél goed in. Een lange zoektocht voor therapie volgde. Bij de reguliere instellingen kreeg ik vaak te horen dat ik te complex was. Maar ik gaf de hoop niet hoop. Ik wist dat ik deze manier van leven niet kon en wilde volhouden.

Uiteindelijk vond ik, buiten de reguliere therapie om, hulp die niet alleen naar de eetstoornis keek. Ik voelde mij eindelijk gehoord en gezien. Ik mocht er zijn! Het werd een weg met vallen en opstaan. Met angst, verdriet, boosheid maar ook een met hoop. Stapje voor stapje ging ik vooruit. Ik mocht zelfs meewerken aan de documentaire ‘Masker’. Dit zie ik nog steeds als een hele mooie ervaring. Op moeilijke momenten pakte ik de therapie weer op en ging ik keihard aan de slag met mijn pijnpunten. Alle hulp heeft bijgedragen aan een grote portie zelfontwikkeling. Ik weet nu wat ik wil. Ik wil meer in mijn eigen kracht komen te staan en dit gaat mij steeds beter af. Ik doe dingen die ik leuk vind. Zo heb ik ook een eigen mutsenlijn opgezet: shine2beyou. Ook wil ik mij blijven ontwikkelen. Je bent immers nooit uitgeleerd. Binnenkort ga ik een cursus reiki 1 volgen en daar heb ik nu al zin in!

Het leven is een grote les met vallen en opstaan. Hoe donker het soms ook kan zijn, soms is er ook licht aan het einde van de tunnel. Kijk naar wat wel goed gaat en spaar mooie momenten.

Liefs, Manon

PS: ik ben ook
vrijwilliger Buddy bij Isa Power. Mocht je het leuk vinden om eens met mij te kletsen of heb je vragen over jouw eigen herstel en jouw eetstoornis, neem dan contact op.

Niks is onmogelijk, zolang je er zelf maar voor gaat.

Lisa

Geschreven door: Lisa
Vrijwilliger en buddy bij ISA Power

Ik ben altijd al een lief en rustig meisje geweest. Ik wilde altijd mijn best doen op school en wilde er voor iedereen zijn. Maar hierdoor vergat ik mezelf wel een beetje… Ik ben enorm perfectionistisch en had veel last van faalangst. Was altijd bang fouten te maken en de ander daarmee teleur te stellen. Hierdoor wilde ik al mijn emoties en gevoelens onderdrukken.

Toen ik op de basisschool zat ben ik een tijdje gepest geweest, waardoor ik steeds minder naar school wilde en uiteindelijk van basisschool ben verwisseld. Vervolgens heb ik op mijn tweede basisschool een enorm leuke en fijne tijd gehad. Ik werd geaccepteerd om hoe en wie ik was.

Daarna ging ik naar de middelbare school, ook hier had ik het enorm gezellig en heb ik een leuke tijd gehad. Maar doordat ik zo onzeker was, bang was om te falen en enorm perfectionistisch was raakte ik steeds dieper in mezelf gekeerd. Ik ontwikkelde een eetstoornis…

Ik heb toen een lange tijd het verborgen gehouden, maar ben toen uiteindelijk in gesprek gegaan met een zorgcoördinator vanuit mijn school. Dit omdat het niet goed met mij ging en ik ervaarde dat ik het niet meer alleen kon doen. Ik heb toen heel veel gesprekken gehad op school en kreeg uiteindelijk de keuze, “of ik zou het zelf aan mijn ouders vertellen” of “school ging mijn ouders inlichten”. Hierdoor raakte ik best wel in paniek, want stel mijn school zou het vertellen, dan had ik er geen controle over… dus ben ik het toen samen met iemand het gaan vertellen aan mijn ouders.

De dag daarna zat ik al bij de huisarts en werd ik doorverwezen naar een kliniek, voor een behandeling voor mijn eetstoornis (anorexia). Hier heb ik uiteindelijk verschillende vormen therapie gehad. Van ambulante begeleiding naar een opname. Bij de behandel opname kwamen er meer emoties omhoog, die ik eerst wegstopte in het eten. Hierdoor ben ik erg somber geworden, waar ik uiteindelijk ook weer therapie voor kreeg.

Ook werd er bij deze kliniek de diagnose: autisme, bij mij gesteld. Dit verklaarde voor mij en mijn therapeuten wel een hele hoop. Want ik gebruikte mijn eetstoornis als copingsmechanisme om om te kunnen gaan met mijn autisme.

Lisa

Na een paar jaar bij de kliniek te zijn geweest ging ik verder bij een andere kliniek. Hier kreeg ik gewoon weer ambulante hulp, dit bleek uiteindelijk niet voldoende te zijn. Ik ben toen weer bij een andere kliniek terecht gekomen, voor een behandelopname. Dit verliep helaas anders dan gehoopt, waardoor ik uiteindelijk naar huis ben gestuurd en weer terug bij mijn oude kliniek terecht kwam.

Ik ben vervolgens het traject in gegaan van beschermd wonen. Dit ervaarde ik als zeer prettig maar ik merkte ook dat er meer begeleiding en therapie nodig was. Toen ben ik weer voor een behandelopname voor mijn autisme gegaan. Hier heb ik ontzettend veel van geleerd, ik heb mijn eetstoornis niet meer nodig en ben hier dus van hersteld. En ik heb geleerd om te gaan met mijn autisme. Zo weet ik steeds sneller wanneer ik bij mijn eigen grens in de buurt kom, waardoor ik ook ernaar kan handelen door bijvoorbeeld even rust te pakken.

Wat mij echt het meeste heeft geholpen in herstel, is het besef dat elk (klein) stapje telt. Want met kleine stapjes kan je ook echt je doelen gaan bereiken, hier heb je geen mega stappen voor nodig. En dat het herstel niet in een rechte lijn loopt, dit gaat met zijn ups& downs.

Maar ook het blijven praten over wat je denkt en voelt is heel belangrijk, hierdoor kan een ander ervoor je zijn en je helpen en ondersteunen.

“niks is onmogelijk, zolang je er zelf maar voor gaat”

Autisme en een eetstoornis

Geschreven door: Lisa
Vrijwilliger en buddy bij ISA Power

Lange tijd heb ik mij anders gevoeld dan de rest. Hierdoor was ik heel erg onzeker en twijfelde ik over echt alles “staat dit wel leuk” , “vinden ze me wel aardig”, “doe ik het wel goed genoeg” enzovoort… Maar door al deze onzekerheden, kreeg ik heel veel behoefte naar houvast, ik zocht controle. Hierdoor heb ik op zestienjarige leeftijd de eetstoornis anorexia ontwikkeld. Lange tijd hield ik dit geheim maar doordat dit niet meer haalbaar was, omdat ik steeds verder wegzakte, zocht ik hulp. Want je hoeft het niet allemaal zelf te doen, echt niet!

Mijn eetstoornis behandeling

Voor mijn eetstoornis ben ik uiteindelijk in behandeling gegaan. Eerst had ik ambulante hulp, daarna stroomde ik door naar de dagbehandeling en uiteindelijk heb ik een opname gehad in een kliniek voor mijn eetstoornis. Ik had het ontzettend zwaar tijdens deze periodes waardoor ik ook niet meer met mijn emoties kon omgaan op een gezonde manier, hierdoor ontwikkelde ik emotie-regulatie problemen en handelde ik in zelfdestructief gedrag. Aan het eind van mijn opname is er naar boven gekomen dat ik Autisme heb. Hier heb ik vervolgens niet echt behandeling voor gehad want mijn eetstoornis stond op dat moment erg op de voorgrond. Maar op langere termijn bleek dat al mijn gedrag vanuit het autisme kwam… zo had ik veel behoefte aan controle, dit omdat ik niet op andere manieren controle kon uitoefenen kwam dat eruit vanwege de eetstoornis. Ik had heel veel behoefte aan structuur en duidelijkheid. Dus wanneer me dag net even wat anders liep, liep ik vast, ik blokkeerde compleet wat zich ook weer uitte in het eten.

Eindelijk voelde ik mij begrepen!

Uiteindelijk ging ik naar een kliniek voor een opname voor mijn autisme. Hier voelde ik mij echt heel erg op mijn gemak. Ik werd begrepen. Er werd meer gekeken naar mijn autisme dan naar de andere problematiek, dit heeft mij heel erg veel goeds op gebracht. Ik heb geleerd dat ik de eetstoornis helemaal niet meer nodig heb. Ik heb mezelf beter leren kennen, ik ben meer dan mijn autisme/ eetstoornis.

Autisme en eetstoornis en mijn herstel www.isa-power.nl

* Deze foto is van Lisa en een vriendin. Samen hebben zij een tattoo genomen. Na het overwinnen van haar eetstoornis is voor Lisa niets meer onmogelijk.

Tips voor autisme en eetstoornissen

Tijdens mijn opname waar ik werd behandeld voor mijn autisme heb ik veel manieren ontdekt wat mij helpt om het allemaal wat dragelijker te maken:

  • Maak een planning voor de dag/week, plan hierbij rust en eetmomenten (!!) ook in

  • Bekijk het stap voor stap en dag voor dag

  • Wanneer iets niet gaat zoals je wilt, laat het even los en probeer het later opnieuw

  • Er is veel mogelijk, zolang je er maar zelf in geloofd en voor gaat

  • Het leven gaat nou eenmaal met vallen en opstaan

  • Om hulp vragen is geen zwakte, het is juist een sterk punt van jezelf wanneer je dit doet!

  • Meer tips nodig? Lees meer over autisme en eetstoornissen.

En zo kan ik nog wel eventjes doorgaan, maar het belangrijkste leerpunt voor mij was dan wel echt het bekijken van moment tot moment en niet te ver kijken in de toekomst. Maar ook het inplannen van activiteiten met rust en ontspanning en eetmomenten heeft mij hierbij heel erg geholpen, ik kreeg een stuk meer overzicht waardoor de behoefte aan controle wegging.

Liefs,
Lisa

Als kind leefde ik vrij en blij. Ik zocht de avonturen op en was een kind vol met geluk en positiviteit.

Geschreven door: Joyce
Vrijwilliger en buddy bij ISA Power

Her strength comes from being tested by life’s unpredictability

Ik ben Joyce Bloemendaal. Ik ben 22 en kom uit Katwijk. Als kind leefde ik vrij en blij. Ik zocht de avonturen op en was een kind vol met geluk en positiviteit.  

In 2017 veranderde alles. Ik ontwikkelde een eetstoornis en obsessieve compulsieve stoornis. Dit kwam echter niet uit het niets. Ik was lichamelijk ziek waardoor ik altijd (naar mijn idee) niet goed genoeg was en overal buiten viel, omdat ik vaak in het ziekenhuis was. Ik wist niet hoe ik daarmee om moest gaan... Mijn oplossing begon echter met destructieve handelingen. Van bijna niet drinken en eten tot alleen van een bepaald servies eten en drinken. Daarbij zocht ik een uitweg in sporten. Waarschijnlijk denk je nu: "dat is niet destructief", maar ik sportte de hele dag door en weigerde om te slapen. Mijn ouders hadden mij aangemeld bij een ggz kliniek voor jongeren. Op mijn intake werd al snel duidelijk dat mijn situatie niet leefbaar was. Ik werd de volgende dag opgenomen op de eetstoornissen afdeling.  

Door het niet slapen begon ik te hallucineren. Het begon met visuele beelden, maar al snel sloeg het door tot stemmen in mijn hoofd. Deze stemmen namen de overhand. Na veel destructieve handelingen werd ik overgeplaatst naar de acute opname. Hier nam mijn eetstoornis de overhand. Ik werd elke dag gefixeerd door 5 mensen en onder dwang werd er vocht en sondevoeding door mijn sonde gespoten. Dit ging zo maanden door totdat mijn beste vriendinnetje zelfmoord pleegde. Het kwam binnen, ik MOET voor mijzelf gaan zorgen dit kan niet meer.  

Na 1,5 jaar ging ik weg, zonder sonde, van de acute opname. Ik ging naar huis met nutridrink. Helaas nam m'n eetstoornis weer de overhand thuis, doordat ik een traumatische ervaring mee had gemaakt. Ik kreeg hierbij ook de diagnose PTSS. Na vele opnames in ziekenhuizen was er eindelijk plek in de volwassenen eetstoorniskliniek.  

Hier begon mijn herstel! Ik kwam veel aan. Dit was mijn lichamelijke herstel. Wat ervoor zorgde dat ik weer helderder kon nadenken. Alleen het onderliggende was niet opgelost. Ik wilde graag traumatherapie om het verder te verwerken, maar niemand durfde het aan, omdat ze bang waren dat ik weer destructief ging handelen met eten, als ik EMDR zou doen. Ondertussen was ik verhuisd van Beverwijk naar Katwijk. Hier kwam ik bij een nieuw F-ACT team. Zij durfde het aan om mij te behandelen met voorwaarde dat ik aan de sondevoeding zou gaan om te zorgen dat ik niet fysiek achteruit zou gaan. Ik ging een klinische traumatherapie aan met sondevoeding. Na maanden enorm veel therapie aan het onderliggende begon mijn eetstoornis te verdwijnen. Ik had progressie! Het ging allemaal zo snel en ja het was heel zwaar, maar zoveel waard. Mijn sonde ging eruit en ik begon langzaam weer te eten. Hoe verder ik kwam met EMDR, hoe meer ik ging eten naar een volwaardige eetlijst.  

Aan het einde van mijn klinische EMDR was ik gewoon eetstoornis vrij! Het voelde zo fijn. Ik kon weer genieten. Ik had weer de kans om mijn leven opnieuw te ontdekken. Dit keer zonder eetstoornis! Elke dag maak ik lichtpuntjes en sta ik weer stralend in het leven ZONDER anorexia. Ik ben gewoon hersteld! Nu is het zo ver om van het leven te genieten. 

Her strength comes from being tested by life’s unpredictability

Liefs Joyce

Van kwetsbaarheid naar veerkracht

Geschreven door: Paulien
Vrijwilliger en buddy bij ISA Power

Als kind leek bij mij alles vanzelf te gaan. Ik had leuke vriendinnen, zat op dansen en turnen en ook op school haalde ik doorgaans goede punten. Ik hoorde van iedereen rondom mij dat ik door het leven leek te vliegen. Tot ik op het einde van de middelbare school geconfronteerd werd met een aantal vervelende gebeurtenissen. Een overlijden, een traumatische gebeurtenis en een complexe thuissituatie volgden elkaar op. Het leek maar niet te stoppen.
Mijn tot nu toe perfect leventje werd in één klap dooreengeschud. Omdat ik nooit eerder met zulke zaken geconfronteerd was geweest, had ik geen idee hoe ik hiermee moest omgaan. Als oudste dochter beschouwde ik het mijn taak voor mijn jongere zusjes te zorgen, te zorgen dat zij zo min mogelijk belast werden door de hele situatie en vooral, mijzelf sterk te houden. Ik was immers de oudste, dacht ik. Alles wat er rondom mij gebeurde voelde heel intens aan, te intens en ik wist niet hoe ik hiermee om moest gaan. Ik had het gevoel letterlijk en figuurlijk te verdrinken.

Omdat ik nooit had geleerd hoe ik het beste met lastige emoties kon omgaan, begon ik mijn toevlucht in sport te zoeken. Dat had ik immers van kleins af aan al heel graag gedaan en was voor mij een uitlaatklep. Ook begon ik meer en meer te letten op wat ik at met de intentie ‘gezonder’ te gaan leven. Waar dat dit heel onschuldig begon, bleef het niet zo en al snel ontpopte zich deze goede voornemens tot een zeer actieve eetstoornis.

In het begin van de eetstoornis zag ik zelf het probleem niet, ik zat totaal in de ontkenning en besefte niet wat voor schade ik aan het aanrichten was. De eetstoornis bood me namelijk een veilig gevoel, het gevoel dat ik wél iets onder controle had. Het gaf me rust, in deze woelige zee van emoties.

Al snel begon mijn omgeving door te hebben dat er iets niet klopte. Zowel vrienden, school, familie als mijn ouders trokken aan de alarmbel. Het eerst zo vrolijke, flexibele en spontane meisje was nu het totaal tegenovergestelde geworden.
De ontkenningsfase ging nog een tijd door tot een gegeven moment. Ik was op. Mijn lichaam zei stop. Op alle mogelijke manieren, mentaal, fysiek, emotioneel, spiritueel, was het genoeg geweest.
De eetstoornis had ondertussen alle mogelijke gebieden in mijn leven overgenomen en er was geen sprake meer van Paulien.

Na een hele zoektocht naar de juiste therapie besloot ik hulp te zoeken. Heel voorzichtig, met ministapjes zette ik mijn eerste stappen in herstel.
Voor het eerst in mijn leven begon ik te praten over mijn emoties, lastige situaties en gebeurtenissen en leerde ik mij kwetsbaar opstellen. Zo ontzettend onwennig dat dit voelde. Draadje per draadje begon ik de bol wol, die de eetstoornis was, te ontrafelen.
Ik leerde o.a. dat het oké is om het even niet te weten, dat er geen goede of foute emoties zijn en dat ik er mag zijn, met al mijn imperfecties. Ik mag ruimte innemen! Ik ben goed genoeg. Ik stapte uit mijn slachtofferrol en ging zelf de regie overnemen. Die kracht had ik al altijd in mij zitten.
Ik begon met schrijven, zingen en yoga. Ik begon met het uiten in plaats van alles naar binnen te nemen.

Ik ben er dan ook heilig van overtuigd dat het niemand zijn schuld is dat ik een eetstoornis heb ontwikkeld. Niet die van de situatie of de personen die mij kwaad hebben aangedaan. Je kiest er niet voor om een eetstoornis te krijgen.
Wat ik wel weet, is dat het een bewuste keuze kan en mag zijn om te herstellen. Herstellen moet je niet alleen doen, kan je niet alleen doen. Je mag je laten ondersteunen en begeleiden. Een oorlog win je ook niet in je eentje maar samen met je bondgenoten.

Achteraf bekeken ben ik de eetstoornis dankbaar. Het was mijn houvast tijdens een woelige periode in mijn leven. Letterlijk en figuurlijk een reddingsboei. Maar ik heb die reddingsboei niet meer nodig. Ik ben zelf mijn eigen reddingsboei geworden. Dat voelt ontzettend krachtig. Wij mensen kunnen meer dan we denken, er zit zo ontzettend veel kracht in ons.
Ook jij kan deze reis aangaan, de reis naar volledig herstel. Want geloof me, het zicht dat ik heb aan de andere kant is ongeloofelijk prachtig. Het is het zo waard.

Waag jij ook de sprong? Ik ben er om je op te vangen.

Liefs

Paulien

Wil jij een intake gesprek inplannen? Of misschien wil jij je net als mij inzetten als coach of vrijwilliger voor ISA Power? ISA Power is altijd op zoek naar ervaren coaches met levenservaring.
Lees meer over de functie als coach bij ISA Power.

Ik ontwikkelde al jong voelsprieten waarmee ik mijn omgeving aftastte hoe ik me het best kon gedragen

Geschreven door Michele van Ingen
Ervaringsdeskundige coach bij ISA Power

Ik ontwikkelde al jong voelsprieten waarmee ik mijn omgeving aftastte hoe ik me het best kon gedragen. Ik ben opgegroeid met een moeder die in de knoop zat met zichzelf en mij er eigenlijk niet bij kon hebben. Mijn moeder bepaalde de sfeer in huis. Mijn vader was te lief en danste naar mijn moeders pijpen.

Ik ben hooggevoelig en voelde toen dus al wel aan dat er van alles niet klopte. Deze voelsproeten gebruikte ik natuurlijk niet alleen thuis. Ik zette ze in om aan te voelen wat er van mij verwacht werd. Om zo geaccepteerd te worden, de acceptatie die ik thuis miste.

In mijn puberteit begon ik tegen mijn moeder aan te schoppen omdat ik niet kreeg wat ik nodig had. Geen warmte, geen arm om me heen, geen bevestiging, geen sturing, geen gesprekken, niks. Alleen ruzie. Ik had zelf toen nog niet door wat er speelde. Ons gezin was voor een buitenstaander namelijk volledig normaal. Pas toen ik een jaar of 16 was en bij een goede vriendin zag hoe warm het daar was, voelde ik letterlijk een steek in mijn hart en dacht ik: o, zo moet het, dat wil ik ook! Pas jaren later besefte ik dat er bij mij thuis wel degelijk sprake was van emotionele verwaarlozing.

Ik was in mijn middelbare schooltijd vaak van huis weg, bij vriendinnen en besteedde veel tijd aan dansen. Als ik thuis was, zat ik het liefst op mijn kamer.

Ik was al vanaf mijn 7e bezig met dans en was er goed in. En het was mijn uitlaatklep. Tijdens mijn middelbare school begon ik aan een vooropleiding van de dansacademie. Al snel merkte ik dat dit een harde wereld was. Eigenlijk te hard voor mij. Maar het was mijn droom dus ik ging ermee door. Ik had nooit geleerd mijn gevoelens toe te laten, laat staan ernaar te luisteren….of erover te praten….of er iets mee te doen….. En ik had er toch voor gekozen?

Wat eten betreft kan ik me herinneren dat mijn moeder vroeger vaak lijnde terwijl ze een normaal postuur had. Ze deed het brood-dieet en dan weer at ze van alles maar de helft, allerlei methodes kwamen er voorbij. Ook had ze eetbuien waarbij ze een hele rollen koekjes opat. Vanaf mijn 16e denk ik, was ik ook steeds meer met lijnen en afvallen bezig en deed mee met mijn moeders dieet. Helaas ‘hoort’ bij dans en ballet een slank lichaam (al was ik verre van dik). Dat deed er nog een schepje bovenop. Afvallen was mooi meegenomen, zeg maar.

Na het behalen van mijn VWO diploma ging ik naar de dansacademie. De vakantie die ertussen zat leek me mooi om eens flink te gaan lijnen. Dat deed ik samen met een vriendin. Al gauw bleek dat ik er erg goed in was. Hoe meer resultaat ik boekte, hoe fanatieker ik werd. Al gauw at ik overdag maar 1 appel terwijl ik heel actief was. Ik had een vakantiebaan, danste en ging ook flink stappen. Ik herinner me dat het een keer ontzettend zwaar was om mijn arm op te tillen. In plaats van te schrikken vond ik het wel stoer dat ik alles kon op 1 appel.

Zo ging dit een eigen leven lijden. Inmiddels woonde ik op kamers en kon mijn eigen gang gaan wat eten betreft. Ik was erg zelfstandig en regelde alle praktische zaken prima zelf. Emotioneel gezien was ik als een gebouw zonder stevige fundering of basis. Die had ik niet op kunnen bouwen vroeger.

Mijn onvrede over vroeger thuis, mijn onzekerheid, mijn gevoel van binnen over de dansacademie dat ik niet wilde voelen, en nog veel meer, zat allemaal diep in mij verborgen en hield ik diep verborgen door de eetstoornis die ik had ontwikkeld en die steeds meer grip op mijn leven kreeg.

Toen op mijn 21e mijn beste vriendin, de belangrijkste persoon in mijn leven, plotseling overleed aan een auto-ongeluk stortte mijn wereld in. Ik stopte met de dansacademie omdat ik besefte dat ik daar niet gelukkig zou worden maar voelen wat ik moest voelen durfde ik absoluut niet. Ik rende letterlijk voor mijn gevoelens weg, werd hyperactief en kreeg bewegingsdrang, en at steeds minder, net genoeg om te kunnen doen wat ik wilde doen. Living on the edge.

Dit ging zo nog wat jaren door. Gelukkig had ik nog steeds veel contact met vrienden en vriendinnen en deed ik naast mijn dwangmatige bestaan ook nog leuke dingen. Ik zag hoe zij leefden en konden genieten van dingen zoals eten en drinken. Soms probeerden zij wat van mijn gedrag te zeggen maar dit had geen zin, ik hield alles af.

Op een gegeven moment was ik zo moe en zwak en uitgeput, ik was toen bij mijn ouders. Mijn vader begon te huilen en toen brak ik. Ik zei: ok, ik zie dat het niet werkt hoe ik het doe, dan ga ik het maar doen zoals alle mensen het doen want die zijn toch gelukkiger dan ik.

Ik heb zelf gekozen voor een opname en had mijn knop echt 180 graden omgedraaid. Ik was klaar met de anorexia. Ik besefte dat ik met 1 been in het leven stond en met het andere in de controle. En dat dat me niet gelukkig maakte.

Ik was zo blij dat ik weer mocht eten van mezelf. En wat vond ik een herkenning in de kliniek. In een maand of 4 zat ik op mijn streefgewicht en ging ik weer naar mijn flatje. Qua eten ben ik nooit teruggevallen maar alle onderliggende problematiek kwam toen aan bod.

Er volgde een lange weg van psychisch herstel/persoonlijke en spirituele groei. Van beseffen waarom het zo was gelopen. Waar het vandaan kwam. Dat ging met vallen en opstaan. Een depressie kwam ook nog om de hoek kijken. Maar het was sowieso fijn om gewoon vrij en zonder die controledwang te kunnen leven!

Na wat jaren kwam de wens om anderen te helpen met soortgelijke problematiek. Zo kwam ik terecht bij het Riagg. Ik heb ruim een jaar gastlessen verzorgd op middelbare scholen over eetstoornissen. Ik vond dit erg fijn om te doen vanwege de preventieve werking hiervan op de jongeren. Mijn eigen ervaringen kon ik hier ook in kwijt. Ik kon merken dat het de jongeren aansprak het verhaal te horen van iemand die het echt zelf had meegemaakt.

Deze gastlessen deed ik naast mijn werk in de dans- en sportwereld (het dansen had ik na het overwinnen van de anorexia weer opgepakt). Daarnaast ben ik altijd bezig geweest met mijn persoonlijke/spirituele ontwikkeling: wie ben ik, waarom ben ik hoe ik ben, uit wat voor nest kom ik, doe ik wel wat ik wil. Ik was natuurlijk erg lang verwijderd geweest van mijn kern. Hoe dichter je weer bij jezelf komt, en leert luisteren naar je gevoelens die jou de weg wijzen, hoe leuker alles weer wordt.

Op mijn 42e (ik had inmiddels 2 kinderen) ben ik gestopt met het werken in de dans/sport. Ik besloot te gaan voor wat ik al wilde doen na het stoppen van de dansacademie: werken met/helpen van kinderen en jongeren en hun ouders. Helaas werd ik destijds in beslag genomen door de anorexia en nam mijn leven toen een andere wending.

Ik volgde de opleiding SPW en kwam in de kinderopvang terecht, een eerste stap. Na een aantal jaren was ik op zoek naar meer verdieping en heb ik een HBO opleiding tot kinder- en jongerencoach gevolgd en ben daarna een eigen praktijk gestart.

ISA Power kwam ik tegen op Facebook en ik ben heel blij hier met mijn ervaringsdeskundigheid kinderen, jongeren en volwassenen te mogen helpen hun eetstoornis te overwinnen.

Want wat ik deed, kunnen jullie ook! En heel belangrijk: je hoeft het niet alleen te doen!

Wil jij een intake gesprek inplannen? Of misschien wil jij je net als mij inzetten als coach of vrijwilliger voor ISA Power? ISA Power is altijd op zoek naar ervaren coaches met levenservaring.
Lees meer over de functie als coach bij ISA Power.

Ik ben goed zoals ik ben

Geschreven door: Maureen
Vrijwilliger en buddy bij ISA Power

“Wat als ze morgen besluit niet te schuilen
Haar betere ik voor haar ware gezicht te ruilen
Zullen de vrienden die zij wil vertrouwen
Nog steeds van haar houden?
Als ze huilt, als ze huilt en niet lacht”
Ze huilt maar ze lacht
– Maan

Jarenlang zijn de overtuigingen over mezelf geweest: ‘ik ben waardeloos, ik doe er niet toe en ik ben niet goed genoeg’. Jarenlang heb ik me eenzaam gevoeld. Jarenlang heb ik het gevoel gehad dat ik mezelf moest aanpassen om leuk gevonden te worden. Om zo geaccepteerd te worden. Maar het gaat er niet om dat anderen je accepteren. Het gaat erom dat je jezelf accepteert.

Dat is dan ook wat ik de afgelopen jaren vooral heb geleerd. Zelfacceptatie en zelfliefde is dan ook waar ik de afgelopen tijd voornamelijk mee bezig ben geweest. Dat vind ik heel belangrijk, dat je van jezelf leert houden. Op die manier probeer ik tegengif te verzamelen tegen die stomme eetstoornis en de overtuigingen die daarbij horen.

Ik zal me even voorstellen. Hi, mijn naam is Maureen en ik ben 26 jaar oud. Ik speel al 20 jaar piano wat ik nog steeds met veel plezier doe. Ik vind het leuk om met vriendinnen af te spreken, een dagje weg te gaan, naar een terrasje te gaan of ergens iets te eten. Ik hou van muziek luisteren, ik hou van dansen en ik hou heel erg veel van katten.

Ik heb ongeveer vanaf mijn 13e een eetstoornis. Mijn eetstoornis is begonnen in een tijd waarin er in mijn leven een hoop dingen veranderde. Dit is überhaupt een leeftijd waarop er veel dingen veranderen als puber zijnde. Op dat moment veranderde er in mijn omgeving ook dingen die (in)direct invloed hadden op mij. Wat er voor zorgde dat ik me in die tijd zowel thuis, op school als op sociale gebieden niet fijn voelde en me mentaal slechter ging voelen. Op dat moment voelde ik me erg eenzaam, was ik erg onzeker en wilde ik vooral niemand lastigvallen met mijn problemen. Omdat ik het gevoel had dat iedereen om me heen ergere problematiek had om mee om te gaan dan ik. Om hier zelf mee om te gaan heb ik een eetstoornis ontwikkelt.

Het begon met een naar gevoel in mijn maag omdat ik me op dat moment nergens echt op mijn gemak voelde. Hierdoor lukte het me de gehele dag niet om te eten als ik op school was. Dit leek op het begin onschuldig maar dit heeft best een lange tijd geduurd. Wat natuurlijk absoluut niet goed is voor je lichaam en gezondheid. De intentie was in eerste instantie dan ook niet om af te vallen. Maar meer omdat het me fysiek niet lukte om te eten. Het niet eten leidde uiteindelijk tot eetbuien als ik alleen was. Stiekeme eetbuien na school of alleen op mijn kamer. Ik schaamde me er zo erg voor dat ik altijd alle papiertjes verzamelde om ze daarna buiten ergens weg te gooien. Soms melde ik me zelfs ziek van school om op die manier geplande eetbuien te kunnen hebben als er niemand thuis was. Wat weer resulteerde in slechte cijfers op school en veel absentie. Omdat er fysiek niet echt te zien was aan mij dat ik een eetstoornis had (op dat moment had ik gewoon een gezond gewicht), denk ik dat veel mensen in mijn directe omgeving niet doorhadden hoe slecht het eigenlijk mentaal met me ging. Daarbij was ik ook erg goed in het ‘doen alsof het goed ging’.

Een eetstoornis gaat voor mij ook vooral om de mentale strijd die iemand voert. Waar ik de afgelopen jaren wel achter ben gekomen, is dat het vaak eigenlijk helemaal niet gaat om het eten zelf. De eetstoornis gedachtes, de eetstoornis handelingen en eetstoornis uitingen zijn allemaal manieren om met mentale problematiek om te gaan. Het gaat uiteindelijk om wat daar onder ligt. Denk aan een overtuiging die je over jezelf hebt, een (traumatische) ingrijpende gebeurtenis, je niet gezien en/of gehoord voelen en nog zo veel meer.

De jaren na mijn puberteit hebben eigenlijk ook altijd in het teken gestaan van eetstoornis. Later ben ik ook gediagnostiseerd met depressies en angststoornis. Ik had geen zin meer in het leven en was voornamelijk depressief en leefde veel in angst. Ik vermeed heel veel dingen uit angst en ieder gesprek of iedere activiteit ging ik eigenlijk in met de negatieve overtuigingen over mezelf. Mijn dagen bestonden alleen maar uit restrictief eten waardoor ik afviel, waarnaar er weer eetbuien kwamen waardoor ik weer aankwam en soms compenseren d.m.v. laxeermiddelen volgde. De weegschaal was mijn beste vriend waar ik meerdere malen per dag op ging staan, om zo mijn waarde als persoon daarvan af te laten hangen. Als ik dit nu schrijf en hierop terug kijk besef ik me pas hoe absurd dit klinkt.

Ik kan me niet anders herinneren dan dat ik altijd moeite heb gehad met dingen te delen. Ik hield eigenlijk altijd alles voor mezelf. Als het slecht ging op school of op sociaal gebied, wisten ze daar thuis niks vanaf en vice versa. In mijn ogen was huilen en kwetsbaar zijn zwak. In mijn directe omgeving heb ik ook niet echt ervaren dat dit iets positiefs kan zijn. Delen is iets wat vaak niet eens in me opkwam. Ik hield bijna alles voor mezelf, totdat het zo hoog zat en ik er dan op een eetstoornis manier mee omging.

Vanaf mijn achttiende loop ik bij de GGZ. Ik heb verschillende behandelingen gehad, van één-op-één gesprekken met een psycholoog, tot EMDR tot dagbehandelingen. Het hielp altijd voor een korte duur, maar ik kwam vaak niet tot de kern of kon dat uurtje in de week héél goed doen alsof het eigenlijk allemaal wel goed ging. Waardoor ik eigenlijk nooit echt in herstel ben gekomen.

Ongeveer twee jaar geleden ging het op zijn slechtst met mij en wilde ik niet meer dat mijn leven was zoals die op dat moment was. Ik wilde vooruitgang in plaats van stil blijven staan of zelfs stappen terug doen. Ik besloot alle moed en energie bij elkaar te rapen die ik nog had en ging onderzoek doen naar klinieken. Hierna volgde een zware periode waarin ik een hoop afwijzingen heb gehad voor opnames. Dit doet ook veel met je en tot de dag van vandaag schrik ik er nog van dat er zoveel instanties zijn die mensen blijven afwijzen terwijl ze de hulp júíst zo hard nodig hebben. Totdat ik op een gegeven moment een organisatie tegenkwam die me echt heel graag wilde helpen. Zij zagen wel de ernst van mijn problematiek in. Ik voelde me meteen vanaf moment één gezien en gehoord door het team daar. Na nóg een aantal afwijzingen van mijn zorgverzekering, kreeg ik een jaar later dan eindelijk goedkeuring van mijn zorgverzekering voor mijn klinische opname! Wat was ik ongelofelijk blij dat ik na zo lang vechten ergens voor acht weken kon worden opgenomen. Tot de avond van te voren, toen was ik voornamelijk heel erg bang. Ik had oprecht geen idee waar ik nou eigenlijk echt aan ging beginnen. Achteraf gezien was is dit de beste keuze geweest die ik in mijn leven tot nu toe heb gemaakt.

Vanaf het moment dat ik de kliniek binnen stapte voelde ik gelijk dat dit een hele mooie, warme, veilige plek was. Voor het eerst was ik ergens echt volledig mezelf en ben ik echte verbinding aangegaan met groepsgenootjes, behandelaren en sociotherapeuten. Heb ik steun en liefde mogen ontvangen. Heb ik me gezien, gehoord en veilig gevoeld. Heb ik geleerd en ervaren hoe belangrijk het is om te delen en opposite action uit te voeren, ofwel iets doen wat op het begin tegen je huidige patronen in gaat. Tijdens mijn opname heb ik zo intens veel mogen leren. Ik heb geleerd wie ik ben en wat ik leuk vind. Ik heb geleerd wat mijn patronen en schema’s zijn en hoe ik hiermee om kan gaan. Ik heb geleerd dat delen en kwetsbaar zijn juist heel helpend en heel mooi is. Ik heb geleerd hoe mijn eetstoornis eruit ziet en welke functie het heeft/had. Ik heb geleerd om mezelf steeds een beetje meer te accepteren en steeds een beetje meer van mezelf te houden. Na de kliniek heb ik ook de dagbehandeling en nazorg van deze mooie plek mogen volgen. Hier heb ik alles wat ik in de kliniek heb geleerd, leren toepassen in mijn dagelijks leven. Dit was echt even die extra stap die ik nodig had.

Ongeveer een jaar voordat ik de kliniek in ben gegaan, ben ik begonnen met het volgen van meetings. Sinds ik uit de kliniek ben doe ik nog steeds iedere week een meeting. In de kliniek waren een aantal ervaringsdeskundige en/of behandelaren die zelf een eetstoornis en/of verslaving hebben gehad. Ik merkte dat de gesprekken met hun me mega veel inspiratie en hoop gaven om zelf in herstel te gaan! Omdat zij weten hoe het is, voelde ik daarmee veel verbinding en durfde ik mezelf open te stellen. Daarom lijkt het me super mooi om diezelfde hoop aan anderen door te mogen geven. ‘We kunnen alleen houden wat we hebben door het weg te geven’ – wordt vaak benoemd tijdens een meeting. Dat vind ik een hele mooie inspirerende zin. Het geeft namelijk aan dat je zelf juist in herstel kunt zijn door je eigen kracht en ervaring met anderen te delen.

Ik weet hoe moeilijk het is om last te hebben van één of meerdere ongezonde coping. Ik weet hoe moeilijk het is om hulp te vragen. Ik weet hoe moeilijk het is om hier uit te komen. Maar ik weet ook hoe ontzettend mooi herstel kan zijn! En wat voor mooie dingen het me tot nu toe al heeft gebracht. Ik ben aan de studie ervaringsdeskundige begonnen. Ik doe weer leuke dingen en kan hier ook oprecht van genieten. Ik heb niet meer de hele dag last van eetgestoorde gedachtes. Ik kan echte verbinding aangaan met mensen. Ik blijf mezelf ontwikkelen, reflecteren op mezelf en me bewust te zijn van mezelf en wat ik wil. En het allerbelangrijkste voor mezelf, ik leer mezelf steeds meer accepteren en steeds meer van mezelf houden. Ik ben dan ook best wel een beetje trots en dankbaar dat ik al meer als een jaar in herstel ben! Het is echt iets heel moois, en ondanks dat het niet altijd makkelijk is, brengt het me zo ontzettend veel.

Er is één zinnetje wat ik dagelijks tegen mezelf of tegen een groepsgenoot uit de kliniek benoem. De ene dag voelt deze zin meer als waarheid als de andere dag. Maar juist op de moeilijke dagen is het extra belangrijk om dit tegen mezelf of tegen iemand anders uit te spreken. Dat zinnetje is namelijk: ‘ik ben goed zoals ik ben’.

Wil jij een intake gesprek inplannen? Of misschien wil jij je net als mij inzetten als coach of vrijwilliger voor ISA Power? ISA Power is altijd op zoek naar ervaren coaches met levenservaring.
Lees meer over de functie als coach bij ISA Power.

Een stapje hoger en een stapje moeilijker, meer prestatiedruk en nog meer stress. Bang om te falen en altijd streven naar een hoger cijfer.

Dit verhaal is geschreven door Hannah.
Ervaringsdeskundige vrijwilliger bij ISA Power

Hee! Mijn naam is Hannah (20) . Een energieke en vrolijke meid die altijd op zoek is naar avontuur. Toen ik verstrikt raakte in mijn eetstoornis vond ik mezelf hier niet meer in terug. Met fijne hulp ben ik er bovenop gekomen en dat gun ik iedereen. Daarom wil ik me hard maken voor degene die hetzelfde moeten doorstaan als ik.

De ontwikkeling van mijn eetstoornis begon twee jaar geleden. Ik had een buitenlandstage gedaan in Spanje waar ik me vaak eenzaam voelde. Terug in Nederland begon ik met afstuderen en stagelopen. Het begin van de coronacrisis brak aan en dit gaf veel moeilijkheden. Ik kon bijvoorbeeld niet naar stage en afstuderen leverde veel stress op. Begin zomer haalde ik mijn diploma. Hier was ik trots op maar nog lang niet tevreden. Na de zomer begon ik aan een vervolgstudie. Een stapje hoger en een stapje moeilijker, meer prestatiedruk en nog meer stress. Bang om te falen en altijd streven naar een hoger cijfer. De coronaperiode en het studeren op afstand maakte alles nog eens extra moeilijk. Ik was niet snel tevreden met mezelf. Faalangst of bang zijn wat anderen van me vinden droeg ik altijd bij me.

In dezelfde periode begon ik samen met mijn moeder met afvallen. Dit is me met de paplepel ingegoten omdat mama en oma hier altijd mee bezig waren. Ik begon met hardlopen, liep na een half jaar een halve marathon, kreeg veel complimenten en de lat moest steeds hoger. Tegelijkertijd ontwikkelde ik mijn eetstoornis. Mensen in mijn omgeving merkte op dat ik extreem veel bezig was met sport, afvallen en (niet meer) eten. Ik had altijd wel een smoesje paraat. Tot het moment dat ik tijdens het studeren vijf keer naar de koelkast liep en vijf keer niks mocht pakken. Ik realiseerde dat het niet goed ging maar voelde me heel eenzaam in mijn gedachten. Samen met mijn vriend had ik besloten het thuis te vertellen. Dit vond ik ontzettend lastig. Ik verzamelde alle moed en schreef een brief aan mijn moeder. In die tijd was ik heel streng voor mezelf en dat wilde ik niet meer. Geen zelfverzonnen regels en geen strijd in mijn hoofd. Ik wilde weer de energieke en vrolijke meid worden die ik was, altijd op zoek naar avontuur.

Vervolgens belandde ik op een wachtlijst maar wachten is niets voor mij. Ik ging zelf op onderzoek uit, begon boeken te lezen en gaf tips aan mama, papa en mijn vriend. Samen kwamen we bij een coach terecht. Met haar ging ik flink aan de slag en doorbraken we moeilijke uitdagingen. Ik weet nog goed dat ik een broek aan wilde die veel te groot was, ik stond voor de spiegel en zei nu is het klaar! Mijn controle gooide ik letterlijk weg. Geen weegschaal en geen Apple watch meer, hoe moeilijk het ook was. Er waren veel momenten dat ik deze controle terugnam en hierover praten hielp altijd. Mijn eetstoornis kenbaar maken in mijn omgeving was een grote stap. Terwijl ik hier ontzettend bang voor was kreeg ik juist alleen maar support. Iedereen was begripvol en wilde helpen. Jezelf openen naar een ander en je gevoel tonen. Samen even hard huilen en daarna er dubbel en dwars voor gaan. Dit gaf me ontzettend veel motivatie en steun.

Met de hulp van mijn ouders, vriend, coach en al mijn lieve vrienden heb ik mijn eetstoornis overwonnen, maar dit heb ik vooral aan mezelf te danken. Ik ben trots op mezelf. Je best doen is goed genoeg en nee zeggen mag. Wat je ook doet, anderen hebben altijd een mening dus doe wat goed voelt voor jezelf. Nog steeds heb ik moeilijke momenten maar ik ben de energieke en vrolijke meid die ik wil zijn, altijd op zoek naar avontuur!

Ik ben een onzeker persoon sinds ik me kan herinneren

Dit verhaal is geschreven door Christel van den Berg
Ervaringsdeskundige vrijwilliger bij ISA Power

Ik ben een onzeker persoon sinds ik me kan herinneren, wat dus eigenlijk m’n hele leven is. Op school durfde ik nooit m’n vinger op te steken als ik een vraag had, als iemand een grappende opmerking naar me maakte werd ik vuurrood en alles rondom het thema ‘jongens’ was al helemaal off limits – met het gevolg dat m’n vriendinnengroep van de middelbare school me lesbisch noemde. Als grap natuurlijk – maar desalniettemin raakte het me diep.

Mijn onzekerheid en laag zelfbeeld uitte zich in een eetstoornis en later ook een depressie - die krijg je er gratis bij, zie het als een soort combi deal. Ik was onzeker, nooit ‘goed genoeg’ (hi, virgo moon) en moest een andere manier verzinnen waarop ik kon laten zien dat ik iets waard was: afvallen. Als afvallen een sport was dan had ik allang een gouden medaille gewonnen.

Uiteindelijk belandde ik in een eetstoorniskliniek, zat ik 7 maanden fulltime in therapie, ging ik met verlof, verhuisde ik naar New York en weer terug naar Nederland, belandde ik in een zwart gat en uiteindelijk bij een nieuwe psych. Ik was weer terug bij af.

Geloof me als ik zeg dat ik alles heb geprobeerd om van mijn slechte zelfbeeld en onzekerheid af te komen. Van maandenlang in therapie zitten tot het spacen op truffels om zelfliefde te ervaren, en van medicatie tot het dagelijks oplezen hoe geweldig ik wel niet ben. Spoiler: affirmaties werken niet. Tot vandaag de dag heb ik nog steeds momenten dat ik me super onzeker voel.

Sinds een aantal maanden heb ik een relatie – mijn eerste relatie. Hoewel ik mijn onzekerheid onder ‘controle’ heb (lees: ik weet wat ik moet doen om niet aan anderen te laten merken dat ik onzeker ben) werkt dit niet in een relatie. Relaties zijn spiegels en daarom behoorlijk confronterend. Het duurde dan ook niet lang voordat m’n vriend zei dat hij mijn onzekerheid voelde. Fuck.

Het was dan ook m’n lover die me stimuleerde om verder aan mezelf te werken. Ik kwam in aanraking met NLP (neuro linguïstisch programmeren) wat me op een heel nieuwe manier naar m’n eigen gedachten liet kijken. Ik ben geen onzeker persoon, maar ik voel me soms onzeker. Die gevoelens komen en gaan - en ik heb hier zelf de volledige controle over. Ik ben niet mijn eetstoornis. Ik doe en denk dingen die leiden tot een eetstoornis. Dus, wat gebeurt er als ik deze acties en gedachten verander? Durf te dromen. De opties zijn eindeloos.

Kortom: herstel was een hoop trial & error. Gelukkig heb ik hét recept voor de ultimate big fat anorexia recovery chocolate cake voor je gevonden en hij bestaat uit een paar essentiële ingrediënten: weet wat je wilt; weet wat je inspireert; neem actie; kijk naar het resultaat en stuur bij tot je je doel hebt behaald. Als ik deze cake kan maken, dan kan jij het ook.

Ik neem alvast een stukje. Op herstel!

Liefs,

Christel

Wil jij een intake gesprek inplannen? Of misschien wil jij je net als mij inzetten als coach of vrijwilliger voor ISA Power? ISA Power is altijd op zoek naar ervaren coaches met levenservaring. Lees meer over de functie als coach bij ISA Power.

Alles mogen voelen

Geschreven door: Mila
Buddy bij ISA Power

Ik was een vrolijk, eigenwijs en enthousiast kind dat eigenlijk alles leuk vond. Ik had genoeg vriendinnetjes, hield van knutselen, van mijn cavia’s en van buiten spelen. Ik was ook erg gevoelig maar kon dat wat ik voelde niet goed begrijpen als kind. Als mijn ouders bijvoorbeeld chagrijnig waren, merkte ik dat (onbewust) al aan de manier waarop ik ze ’s ochtends de trap af hoorde lopen. Op slag was ik ook chagrijnig en gefrustreerd. Ik veroordeelde mezelf en dacht dat het door mij kwam dat ze chagrijnig waren, of dat ik het moest oplossen. Ik snapte niet wat ik voelde en dat gaf een onveilig gevoel. Toen ik naar de middelbare school ging, leerde ik meer over de wereld en kwam ik er achter dat heus niet alles zo rooskleurig was als in mijn kinderwereld. Er waren oorlogen, vluchtelingen, klimaatrampen… Ik maakte me druk om grootste problemen in de wereld, dat gaf me onmacht en frustratie. Ik wilde niet op school zitten, ik wilde ‘de wereld redden’!

De wereld voelde te overweldigend en intens, ik begreep niet wat ik voelde en ik had er geen controle over. Langzaam ontwikkelde mijn eetstoornis zich als een coping om niet te hoeven voelen en om controle te zoeken. Ik bouwde een dwangbuis voor mezelf van zo min mogelijk eten en zoveel mogelijk sporten. Het was nooit goed genoeg, ik was nooit goed genoeg en mijn lichaam zat vol met stress. Ik had wel door dat ik niet goed bezig was maar sprak hier met niemand over. Mensen zeiden, ‘hier neem nog een koekje, neem nog een boterham, dat kan je wel gebruiken’ maar dat wilde ik niet horen en ik deed alsof mijn neus bloedde. Ik verborg mijn eetstoornis, anders zouden ze hem van me af pakken. De houvast die de eetstoornis me gaf was veiliger dan de eetstoornis loslaten.

Voor mijn 18de verjaardag maakte mijn moeder een foto boek voor me, door oude foto’s te bekijken zag ze dat ik wel heel mager was geworden en toen vroeg ze of het wel goed met me ging. Ik brak en samen zijn we naar de huisarts gegaan. We besloten dat ik naar een vrijgevestigd psycholoog zou gaan. De gesprekken waren goed, ik voelde me gehoord. Wel gaf het veel frictie thuis. De psycholoog ging in op de patronen in mijn gezin. Doordat ik patronen in de communicatie probeerde te doorbreken, veranderde er ook wat voor mijn ouders, dat gaf weerstand. Ik was mentaal nog niet sterk genoeg om die weerstand aan te kunnen en hield vast aan de eetstoornis.

Na de middelbare school ging ik muziektherapie studeren. Vanaf de eerste dag voelde mijn studie kloppend. Daar ben ik ontzettend dankbaar voor. Het voelt als een wonder, dat ik een studie heb gevonden die zo passend is.

Ik ging ook op kamers wonen, wat ik heel spannend vond. Ik had meer ruimte om mijn eigen gang te gaan. Ik verlangde naar die ruimte, ruimte om mezelf te kunnen zijn. Tegelijkertijd maakte het ook dat ik meer ruimte aan de eetstoornis kon geven. Er werd minder op me gelet en zo kon ik makkelijk eetmomenten skippen en te veel sporten. Lichamelijk ging het stabiel slecht. Ik viel niet verder af maar putte wel continu mijn lichaam uit.

Mentaal was het een rollercoaster, zoveel nieuwe indrukken en lessen. Mede door mijn studie om therapeut te worden moest ik veel reflecteren op mezelf. Ik onderzocht mijn gedachtes en overtuigingen. Ik leerde veel over mezelf en was vastberaden om door te gaan en de eetstoornis te overwinnen.

Mijn grootste motivatie was dat ik zeker wist dat ik later kinderen wilde, ik was al zes jaar niet ongesteld geworden en dat gaf me angst.

Ik besloot dat ik aan ging komen, f*ck de eetstoornis! Ik wil een gezond, sterk en energiek lichaam! Ik ging meer eten en dat was een 24/7 strijd in mijn hoofd. Na ongeveer een half jaar had ik een gezond gewicht en werd na ruim een jaar ook weer ongesteld! Ik voelde me beter maar de eetstoornis gedachtes bleven. Ik probeerde nog steeds controle te houden over mijn eten en sporten. Hier wilde ik ook van af! Ik wilde 100% herstel, ik verlangde naar acceptatie en vrijheid, ik verlangde ernaar om tevreden te zijn met mezelf en ik wilde vooral rust in mijn hoofd. Toen ben ik gaan zoeken op internet en vond Isa Power, daar ben ik een coaching traject aangegaan. Ik heb met de hulp van mijn coach geleerd wat de functie van mijn eetstoornis was, dat ik mag voelen en dat ik goed ben zoals ik ben.

Het belangrijkste in mijn herstel was het leren delen. Durven delen wat ik voel en me kwetsbaar opstellen. Ik heb geleerd om een masker van ‘alles is leuk en het gaat goed met me’ af te zetten.

Ik voel me vrij, vrij om te voelen en dat is mijn kracht.

Loslaten is moeilijk

Een speciaal verhaal voor mensen die altijd proberen voor iedereen goed genoeg te willen zijn. Want diep van binnen wil je geen eetstoornis, je wilt alleen maar goed genoeg zijn. Je hebt alleen geen idee hoe je dat moet aanpakken, want de angst verlamt en de onzekerheid verstijft jou. Maar wat je ook probeert het is “nooit goed genoeg“, misschien dat onderstaand verhaal jou dan kan helpen. Wijze woorden van Anthony Hopkins.

Laat mensen gaan die nog niet klaar zijn om van je te houden!

Dit is het moeilijkste wat je in je leven zult moeten doen en het zal ook het belangrijkste zijn: stop met het geven van je liefde aan degenen die nog niet klaar zijn om van je te houden.

Stop met moeilijke gesprekken met mensen die niet willen veranderen.

Stop met verschijnen voor mensen die onverschillig zijn voor jouw aanwezigheid.

Stop met het liefhebben van mensen die nog niet klaar zijn om van je te houden.

Ik weet dat je instinct alles doet om de goede genade van iedereen om je heen te winnen, maar het is ook de impuls die je tijd, energie en geestelijke, fysieke en spirituele gezondheid zal ontnemen...

Als je je begint te manifesteren in je leven, volledig, met vreugde, interesse en inzet, zal niet iedereen klaar zijn om je op deze plek van pure oprechtheid te vinden.

Dat betekent niet dat je moet veranderen wie je bent.

Dat betekent dat je moet stoppen met van mensen te houden die nog niet van je willen houden.

Als je uitgesloten, subtiel beledigd, vergeten of gemakkelijk genegeerd wordt door mensen aan wie je tijd geeft, doe je jezelf geen plezier door hen je energie en je Leven te geven.

De waarheid is dat je niet iedereen bent.

En dat niet iedereen voor jou is...

Dat maakt deze wereld zo speciaal, als je de weinige mensen vindt waarmee je vriendschap, liefde of een echte relatie hebt.

Je zult weten hoe waardevol dat is.

Omdat je ervaren hebt wat niet zo is.

Maar hoe meer tijd je besteed aan proberen je geliefd te maken door iemand die het niet kan...

Hoe meer tijd je verspilt met het ontnemen van dezelfde verbinding.

Er zijn miljarden mensen op deze planeet, en velen van hen zullen bij jou terechtkomen, op hun niveau, met hun trillingen, van waar ze staan.

Maar...

Hoe kleiner je blijft, betrokken bij de privacy van mensen die je gebruiken als een kussen, een achtergrondoptie, een therapeut en een strategie voor hun emotionele genezing...

Hoe meer je blijft buiten de gemeenschap die je zo graag wenst.

Als je stopt met verschijnen, word je misschien minder gezocht.

Als je stopt met proberen, stopt de relatie misschien.

Als je stopt met appen, blijft je telefoon misschien wel dagen en weken stil.

Misschien als je stopt met van iemand te houden, zal de liefde tussen jullie ontbinden.

Dat betekent niet dat je een relatie hebt verpest!

Dat betekent dat het enige wat deze relatie had, de energie was die alleen jij er in stopte om het in de lucht te houden.

Het is geen liefde.

Dat is gehechtheid.

Dat is een kans willen geven aan wie het niet werkelijk wil ontvangen.

Het meest waardevolle en belangrijkste wat je in je leven hebt is jouw energie.

Het is niet alleen jouw tijd omdat het beperkt is.

Het is jouw energie!

Wat je elke dag geeft, is wat er steeds meer zal ontstaan in je leven.

Het zijn degenen aan wie je tijd en energie geeft, die je bestaan zullen definiëren.

Als je dit beseft, begin je te begrijpen waarom je zo ongeduldig bent als je je tijd doorbrengt met mensen die niet bij jou passen, en in activiteiten, plaatsen, situaties die niet bij jou passen.

Je begint te beseffen dat het belangrijkste wat je kan doen voor je leven, voor jezelf en voor iedereen die je kent, je energie sterker beschermen dan wat dan ook.

Maak van je leven een veilig toevluchtsoord waar alleen ′′ compatibele ′′ mensen met jou zijn toegestaan.

Jij bent niet verantwoordelijk voor het redden van mensen.

Je bent niet verantwoordelijk om hen ervan te overtuigen dat ze gered moeten worden.

Het is niet jouw taak om voor mensen te bestaan en hen je leven te geven, beetje bij beetje, moment na moment!

Want als je je slecht voelt, als je je verplicht voelt, ben jij de kern van dit alles door jouw aandringen, bang dat ze je de gunsten die je hen niet zult geven toezegd.

Het is jouw enige feit om te beseffen dat je de geliefde van jouw lot bent en om de liefde te accepteren die je denkt te verdienen.

Beslis dat je een echte vriendschap verdient, een echte inzet en een volledige liefde voor gezonde en welvarende mensen.

Wacht dan... gewoon even...

En kijk eens hoe alles begint te veranderen..."

- Anthony Hopkins

Van ‘vastzitten’ naar vrijheid!

Annelie Temmink buddy www.isa-power.nl.jpeg

Geschreven door: Annelie Temmink
Buddy en stagiaire bij ISA Power

Als ik terugkijk op mijn eetstoornis, kijk ik vooral naar de levenslessen die ik hieruit heb kunnen halen. Trots ben ik niet op hoe ik het toen deed, maar ik ben wel geworden wie ik vandaag de dag ben.

Toen ik bijna 18 werd, kreeg ik een relatie met mijn ex-vriend. Hij was 10 jaar ouder dan ik en destijds erg veel bezig met sporten en gezond eten. Hij voetbalde in het eerste elftal waardoor het van hem verwacht werd, verantwoord met voeding om te gaan. Ik daarentegen, kwam uit een gezin waar er geen slot op de ‘koekjeskast’ zat. Altijd heb ik kunnen pakken wat ik op dat moment wilde, mijn eetstoornis (en dat wist ik toen nog niet) werd constant bevredigd.

Volgens hem was ik écht niet goed bezig

Wanneer ik bij mijn vriend introk, werd ik al gauw gewezen op het feit dat ik veel ongezond voedsel at en dat het wel een goed idee zou kunnen zijn om eens te gaan sporten.
“Straks word je nog dikker, dan loop ik niet meer naast je hoor” zei hij. Of “als je zo met je benen over elkaar zit, zie ik allemaal putjes. Ik maak er wel even een foto van, dan zie je het zelf ook”, werd er dan tegen me gezegd. Omdat ik best wel naar hem opkeek, ging ik geloven wat hij zei.

Vanzelfsprekend meldde ik me aan bij de lokale sportschool waar ik al snel elke dag te vinden was en ging ik gezond eten. Ik nam het ‘regeltje’ van mijn vriend over: alleen een koekje en toetje in het weekend! Je kan begrijpen dat dit een hele verandering voor mij was gezien ik thuis elke dag de ‘koekjeskast’ in dook.

Ik begon stiekem te eten

Al gauw werd elke dag sporten een echte obsessie en begon ik gezond eten ‘een soort van’ leuk te vinden. Ik betaalde maandelijks veel geld voor een professionele training, voeding en mindset coach en kreeg de ambitie om te trainen als bikini fitness atlete. Mijn coach was zelf bikini fitness atlete en zoiets leek mij ook wel wat. Toen ik ook daadwerkelijk resultaten behaalde, gaf mijn vriend ineens aan dat hij niet wilde dat ik ‘te’ gespierd zou worden omdat hij dan voor zijn gevoel naast een ‘man’ in bed zou liggen. Ik was verre weg van mannelijk gespierd hoor, maar hij trok alles vaker uit verband, daar was ik aan gewend. Toch deed het me wat en begon ik stiekem, als hij naar de voetbaltraining ging, te eten. Het eerste jaar viel dit in mijn ogen nog mee, maar elke week begon ik meer en meer zoetigheid naar binnen te werken.

Elke dag at ik stiekem koekjes, chocolade, toetjes en taartpunten. Mijn voorkeur lag enorm bij zoet voedsel. Ik ging elke dag naar een andere supermarkt omdat ik het gevoel had dat men anders mijn koopgedrag zou inzien. Ik gaf zo’n 10 euro per dag uit aan ‘shit’, reken maar uit wat dat per maand is ... Jup, 280 euro. En dan te bedenken dat die 10 euro in 5 minuten weggegeten werd zonder dat iemand dat wist of zag. Ik hield dit van mijn 20ste tot mijn 22ste levensjaar, de twee heftigste jaren van mijn eetstoornis, stug vol.

‘Volle big-shoppers’

Toen ik mijn relatie verbrak, ging ik terug naar mijn fijne thuisbasis. Ik woonde weer samen met mijn vader, moeder en zusje en had die heerlijke kast weer tot mijn beschikking. Ook hier ging mijn koopgedrag stiekem door en at ik alles op in mijn slaapkamer. In een grote big-shopper stopte ik alle papiertjes en verpakkingen en als ‘ie vol zat kieperde ik hem leeg in de grijze container. Niemand thuis onderzoekt de container grondig toch? Toen ik tien kilo zwaarder was en heel wat euro’s lichter, vond mijn moeder op een dag een volle big-shopper onder mijn bed. Een van de zovelen ... Ze schrok en vroeg zich af wat dit te betekenen had. Ze confronteerde me en ik legde haar uit wat ik voelde. Eindelijk werd ik ‘gered’.

Therapie + gezonde relatie = vrijheid

Ze heeft het nooit geweten vertelde ze, je kon het ook niet aan me zien hoor want ik werd niet echt dikker. Ik kreeg wel vrouwelijke vormen maar dat is logisch en zelfs dát was niet echt zichtbaar bij mij. Ik gaf aan dat ik hulp van een professional wilde krijgen, meldde me aan en een aantal maanden later kon ik terecht voor mijn behandeling. Diagnose: Binge Eating Disorder. Ergens vond ik het heel fijn dat er een stempel op me gedrukt werd. Eindelijk wist ik wat er ‘mis’ was met me.

23 Jaar was ik toen ik begon met de behandeling. Nét daarvoor kreeg ik een geweldige vriend die me heel erg gesteund heeft in mijn reis richting herstel. Al gauw gingen we samenwonen want het klikte té goed om hiermee te wachten. Twee keer per week kreeg ik therapie en praatte ik met een psychologe. We maakten o.a. eetplannen waardoor ik weer inzicht kreeg in wat een goede lunch etc. inhield en ik moest een eetdagboek bijhouden. Toen mijn therapeut zag dat ik (op het gebied van eten) weer op eigen benen kon staan, kreeg ik nog wél psychomotorische therapie. Ik leerde op een positieve manier naar mijn lichaam kijken. Na een heftige start ging dit snel goed en kwam ik er weer bovenop, ik kan nu bijvoorbeeld hardop zeggen dat ik trots ben op mijn lijf, trots ben op mezelf, dat had ik voorheen nooit gedacht. Mede door de goede zorg van de therapeuten en de steun van mijn lieve vriend heb ik het gewoon waargemaakt … Voor mij betekende mijn therapie in combinatie met een gezonde liefdesrelatie, échte vrijheid. Ik kan weer op een normale manier genieten van een koekje bij de thee, een toetje na het eten en een stuk taart op een bijzondere gelegenheid of gewoon als ik daar zin in heb! Ik ben hersteld van mijn eetstoornis!

Annelie Temmink ervaringsdeskundige www.isa-power.nl.jpeg

“Voor mij betekende mijn therapie in combinatie met een gezonde liefdesrelatie, échte vrijheid.”

Nu ik dit schrijf, ben ik 26 jaren jong en bezig met een nieuwe studie. Ik studeer Sociaal Werk in de Zorg aan ‘Hogeschool Windesheim’ in Zwolle. Ik loop op dit moment stage bij ISA Power en hoop van harte dat ik met mijn kennis door de studie, stages en mijn ervaring op het gebied van het hebben van een eetstoornis, anderen kan helpen genezen.

Ik ben onwijs blij en trots op mijzelf en heb mega veel geleerd.
Ook jij kan dit, you're worth it!

Liefs, Annelie

Hoe openheid mij naar herstel bracht

Geschreven door: Vivian Wezenberg

Ik ben opgegroeid in een disfunctioneel gezin. Wat voor mij betekende een vader met alcoholproblemen, 3 kinderen met een vorm van autisme en een moeder die op een gegeven moment gediagnosticeerd werd met MS. Het was een plek waar niet gepraat werd over gevoelens. Een plek waar niet gedeeld werd hoe het met je ging. Een plek waarbij we vooral rekening met elkaar moesten houden. Het werd een plek waar ik als 9jarig meisje de zorg van mijn moeder op mijn schouders kreeg. Op school kon ik ook niet praten, want daar waren de pesters. Vanaf groep 5 op mijn 2de basisschool werd ik gekleineerd en buitengesloten. Werd ik uitgescholden en uitgelachen. Werd ik van mijn fiets getrapt en vernederd. Dit ging door op mijn 3de basisschool en stopte pas tegen het einde van de middelbare school. Maar ik moest iets met mijn emoties. Iets met de gevoelens van eenzaamheid en afwijzing. Iets met de gevoelens van angst en boosheid. Iets met de gevoelens van onzekerheid en schaamte en zo kwam mijn eetstoornis in mijn leven. Vanaf mijn 10de kocht ik snoep van mijn zakgeld alleen maar om mijn emoties te onderdrukken. Welke emotie de hoofdrol speelde was schuld. Omdat het pesten namelijk op 3 verschillende scholen gebeurde, door verschillende mensen dacht ik dat het aan mijzelf lag. Dat ik de schuldige was en dat was dé reden waarom ik er ook niet over wilde en mocht praten van mijzelf. ‘’Het was mijn schuld, dus ik mag anderen er niet mee lastig vallen’’ was de kernovertuiging waar ik in ging geloven.

Vivian Wezenberg

Vivian Wezenberg

Maar vanaf mijn 10de begon ook het seksueel misbruik. 3 jaar lang ben ik misbruikt door iemand die mij veiligheid had moeten geven. Die mij liefde en geborgenheid had moeten geven. Die mij warmte en positieve aandacht had moeten geven. Vanaf dat moment voelde het alsof ik op mijzelf aangewezen was. Ik begon nog meer te vluchten wat zich o.a. ook in zelfbeschadiging uitte. Op mijn 15 was ik zo ongelukkig dat ik op het treinstation een einde aan mijn leven wilde maken. Op dat moment kwam mijn moeder mij daar ophalen, iets waar ik nu heel dankbaar voor ben. Ik ging door met mijn leven, wat overleven was geworden. Maskers waren mijn nieuwe identiteit. Op mijn werk was ik iemand anders dan thuis. Op school iemand anders dan op stage en bij vrienden weer iemand anders dan bij familie.

Op mijn 19de ging ik begeleid wonen. Wat een nieuwe start had moeten worden werd langzaam de afgrond naar mijn rock bottom. Ik begon een blowverslaving en mijn eetstoornis werd sterker dan ooit. Dit omdat ik nog steeds dat onzekere bange meisje was die alles was gaan geloven wat de pesters over haar vertelde. Toen ik op mijn 20ste en 22ste nog 2 keer werd aangerand was voor mij de cirkel compleet. Als ook dit door verschillende mensen op verschillende plaatsen gebeurde is het écht allemaal mijn schuld. Ik begon mijzelf te verliezen in alle destructieve coping mechanismen die er maar waren. Tot een toenmalige vriendin van mij vertelde over de instelling waar zij in behandeling was voor haar verslavingsproblemen.

Het was in januari 2016 toen ik mijn intakegesprek had. Inmiddels had ik al verschillende opleidingen gedaan, verschillende diploma’s behaald, maar tijdens mijn laatste opleiding – Sociaal Cultureel werker – kon ik niet langer de schijn ophouden dat er niks met mij aan de hand was. Ik leefde op dat moment al 13 jaar met geheimen. Geheimen over mijn verleden. Geheimen over de trauma’s die ik had meegemaakt. Geheimen over de negatieve gedachten die rondspookten in mijn hoofd en alle destructieve coping mechanismen die ik had. Ik kreeg tijdens het intakegesprek het advies om naar een afkickkliniek te gaan in Zuid-Afrika. Mijn eerste reactie was een keiharde ‘’ik ga niet!’’ Maar toen ik mijn 2de officiële waarschuwing kreeg voor het blowen in het begeleid wonen pand werd ik wakker geschud. Het was mijn toenmalige woonbegeleidster die mij in liet zien dat ik bij de volgende waarschuwing op straat gezet zou worden. Ondanks dat zij en mijn beste vriendin inmiddels wel wisten wat er aan de hand was, konden ze mij niet helpen. Ze konden mij niet overtuigen dat mijn verleden niet mijn eigen schuld was. Dat ik beter, mooier, en krachtiger was dan de pesters en de mensen die mij misbruikt hebben. Dat ik geen destructiviteit nodig had om de dagen door te komen. Dat wat zij niet konden, lukte de mensen in Zuid-Afrika wel. Ik had namelijk de keuze gemaakt om wel naar die kliniek te gaan. Het was 2 maart 2016 toen ik het vliegtuig in stapte en begon aan mijn reis van herstel. Het is ook die dag dat mijn clean tijd begon van mijn blowverslaving, wat op dit moment wil zeggen dat ik al ruim 4,5 jaar clean ben.

Vivian Wezenberg met haar autobiografie, “Van rups naar vlinder”

Vivian Wezenberg met haar autobiografie, “Van rups naar vlinder”

9 weken ben ik daar opgenomen geweest, maar eenmaal terug thuis begon het echte werk. Ik ging naar lotgenotengroepen waar ik mijn verhaal kon delen. Waar ik herkenning en erkenning vond. Waar ik het gevoel kreeg niet de enige te zijn. Waar ik mij realiseerde dat ik het niet meer alleen hoefde te doen. En dat is voor mij één van de belangrijkste lessen geweest voor herstel. Tijdens mijn eetstoornis en actieve verslaving deed ik alles alleen, maar in herstel doe ik het samen. Samen met lotgenoten. Maar met wie ik het niet samen deed was mijn familie. Mensen waarvan mijn gezin inmiddels wist wat mij overkomen was, maar de rest van mijn familie nog niet. En waarbij ik in eerste instantie ook te horen kreeg dat ik het niet met hen mocht delen. Dit zorgde ervoor dat ik steeds terugviel in mijn eetstoornis. Ik wilde wel herstellen, maar het voelde alsof ik verplicht werd met maskers rond te blijven lopen. Uiteindelijk heb ik het nog 2 jaar ‘’volgehouden’’ maar toen ik een oproep voorbij zag komen voor deelname aan tv-programma ‘’het Voedselgevecht’’ besloot ik dat het klaar was. Dat het klaar was met geheimen en maskers. Dat het klaar was met het beschermen van anderen. Maar vooral dat het klaar was met mijzelf wegcijferen. Ik reageerde op de oproep en al snel bleek dat ik mee mocht werken aan dit fantastische avontuur. Het was voor mij de 2de beste keuze die ik voor mijn herstel heb kunnen maken. De keuze om mijn gevoel te volgen. De keuze om voor mijzelf te kiezen. De keuze om mijn dromen te volgen. Het was 10 december 2018 toen het programma inmiddels was uitgezonden en ik nu echt geen maskers meer hoefde te dragen. Het was die dag dat mijn herstel voor mijn eetstoornis dus echt kon beginnen. Wat wil zeggen dat ik na 15 jaar boulimia gehad te hebben, nu bijna 2 jaar vrij ben van eetbuien en compenseren.

In de afgelopen 2 jaar ben ik mijn dromen blijven volgen. Dromen die mij motivatie gaven op moeilijke momenten. Dromen die vertelde dat ik in herstel moest blijven als ik ze wilde realiseren. Dromen waarvan er steeds meer realiteit aan het worden zijn. Zoals inmiddels mijn eigen uitgebrachte autobiografie genaamd ‘Van rups naar vlinder’. Een boek waarin ik nog uitgebreider beschrijf hoe ik mijzelf ontwikkeld heb. Hoe ik door verschillende therapieën mijn verleden kon verwerken. Maar nog meer hoe ik van een bang, stil rupsje uitgegroeid ben naar de vlinder die begonnen is aan de toekomst waar ze als 10jarig meisje van droomde. Een toekomst zonder eetstoornis of wat dan ook. Een toekomst waarin ze zichzelf kan accepteren. Een toekomst die nu begonnen is.

Wil je Vivian’s autobiografie lezen? Dan kun je deze HIER bestellen.

Van sporten als straf, naar sporten met een lach

Geschreven door: Dirkje
Vrijwilliger bij ISA Power

Dirkje Stiphout

Dirkje Stiphout

Het begon allemaal erg onschuldig, was 15 jaar zat op de middelbare school met genoeg lieve vriendinnetjes. Ook thuis, heb en had ik een heel warm gezin. Thuis hielden wij van lekker bourgondisch eten en leven. Mijn moeder is en was mijn allerbeste vriendin, papa mijn mattie en ook bij mijn broer kon ik alles kwijt. Ik was niet dik, maar zoals iemand ooit tegen mij zei ‘’een beetje romig, en daar is niks mis mee.’’ De brede heupen en flinke billen zijn een erfenis van mijn moeder. Toch besloot ik dat het wel verstandig zou zijn om een paar kilootjes op een verantwoorde manier te verliezen. Iets zo onschuldigs dat uiteindelijk een paar jaren van mijn leven heeft gecontroleerd.

Eén keer per week ging ik naar de diëtiste, hield mij aan de schijf van vijf en besloot te gaan fitnessen. Dit deed ik naast het voetballen drie keer per week, alhoewel ik toen en nu nog steeds niet weet wat nou eigenlijk buitenspel is. Dit ging erg goed en aan discipline geen gebrek. Toch zag ik er nog steeds niet uit hoe ik wilde, de brede heupen en billen waren niet weg. Op Instagram zag ik veel jonge vrouwen met ‘het perfecte lijf’. Ik wilde er precies zo uitzien. 

Op eigen houtje ging ik verder met afvallen, maar hoe meer kilo’s ik verloor hoe meer ook mijzelf. Ik was 15, een ontzettende koppige meid. Inmiddels nog steeds trouwens, en wist oh zo goed wat ik deed. Ik ging elke dag opschrijven in een boekje die ik verstopte op mijn kamer hoeveel ik at en hoeveel ik maximaal mocht eten. Hield ik mij hier niet aan? Dan kreeg ik drie opties: vinger in de keel, laxeermiddelen of zo lang sporten totdat alle calorieën eraf waren.

Ik moest bepaalde prioriteiten, die veel belangrijker waren dan gewicht verliezen opzijzetten. Ik stopte met voetbal, hoe geweldig ik het ook vond. Naar mijn idee was het in de sportschool effectiever. Ik loog, dat ik het gewoon niet meer zo leuk vond. Dingen die gezellig zouden moeten zijn deed ik niet meer, shoppen resulteerde in huilen in pashokjes. Met vriendinnen uitgaan, deed ik ook niet meer. Bang dat ik de verleiding niet aankon of dat ze iets zouden merken. Smoesjes zoals vaak ziek zijn, niet mogen of zogenaamd een verjaardag hebben van een tante werden wekelijkse kost. Als ik zo terugdenk, heb ik in een jaar nog nooit zoveel verjaardagen gehad en zoveel tantes. Bij papa en mama, at ik vaak niet mee. Want ik ging bij een vriendinnetje eten. Maar waar was ik? Je raad het, in de sportschool. Dit met een lege maag en urenlang zwetend op de Crosstrainer.

Bron, Unsplash.com

Bron, Unsplash.com

Doodmoe was ik, mijn energie was op. Ik viel vaak flauw en hield mij continu bezig met eten en sporten. Mijn hoofd zat niet vol met wiskundige berekeningen van school, maar wel met de berekeningen van de calorieën in voedingsproducten en het metselen van een muur om mij heen. Ik was mijzelf niet meer, gelukkig was ik niet. Wel goed met het verbergen ervan. Het enige wat voor mij nog belangrijk was, was niet eten en veel sporten. Mijn maat, brede heupen, flinke billen en masker maakten de eetstoornis onzichtbaar. Pas toen ik woedend en paniekerig werd op mijn moeder omdat ik echt geen broodje eiersalade wilde eten op een open dag, merkte ik zelf dat het goed fout zat. Dat je zo’n pittige ruzie maakt, omdat je simpelweg niet met je moeder wilt lunchen is niet meer normaal. Een broodje eiersalade heeft mijn ogen geopend, en daar ben ik nog steeds dankbaar voor. Ik besloot het thuis te vertellen en ging hulp zoeken. Dit was op zijn zachts gezegd geen eitje, voor zo’n hardgekookt ei als ik.

Sporten als straf. Zwetend, uitgeput en met een extreem hongergevoel op de crosstrainer. Gelukkig is deze tijd voorbij. Ik heb mijn rust gevonden in sport, wat eerst altijd chaos was. Door het sporten en de hulp heb ik geleerd hoe ik mijzelf kan uitdagen, hoe ik doelen kan bereiken maar ook het vergeven en accepteren dat het niet altijd mogelijk is. In plaats van bepaalde dingen te eisen van mijn lichaam, leer ik te luisteren naar mijn lichaam. Fitness gaat niet om het afvallen, hoe goed je conditie is, hoe snel je rent of hoeveel kilo je kan squatten. Fitness gaat over de balans vinden tussen je verstand, lichaam en je geest. Het geeft mij energie en het heeft mij geleerd dat alles mogelijk is als je er maar hard genoeg voor werkt en in jezelf gelooft. Na het sporten voel ik iets wat ik eerst nooit heb toegelaten en dat is rust.

Ik ging de strijd aan, heb geleerd om beetje bij beetje de muur af te breken. Mensen weer te vertrouwen, praten over problemen en de controle los te laten. Leren te houden van mezelf, en trots te zijn. De heupen en billen van mijn moeder, niet als een hinderlijke erfenis te zien maar als een cadeautje. Ik ben hier nu trots op. Liegen hoeft niet meer, sporten is geen straf en ik shop tot dat mijn bankrekening gaat huilen.

Durf de strijd aan te gaan, hoe moeilijk het ook is.

Accepteer hulp, stel je open en breek je muur beetje bij beetje af. Ook jij kan dit, zolang je maar in jezelf gelooft.

Heel veel liefs,

Dirkje

Help mij dan - Mijn zoektocht naar hulp

Geschreven door Anke

Ik zit op de bank met een boterham met vruchtenhagel. Eigenlijk heb ik zin in hazelnootpasta, maar dat is op. De boterham in mijn handen heb ik net samen met nog een aantal sneetjes uit de vriezer gehaald en ontdooid in de magnetron. De andere boterhammen heb ik al op. Dit is de laatste die er ligt. Dit is ook de laatste die ik neem, is mijn besluit. Ik heb tenslotte geen honger en het wordt tijd van de bank af te komen. Op het oog is er niks aan de hand, ik eet een boterham met vruchtenhagel, ware het niet dat het 11 uur 's avonds is. Mijn man en dochter liggen al lang te slapen. Ik zou ook al lang op bed moeten liggen. Ik zit in mijn eentje beneden voor de televisie en eet. Ik eet. Ik eet. En ik eet. Ik vind mijn eigen gedrag eigenaardig maar niet zorgwekkend. Ik eet op een moment dat het apart is om te eten en ik eet terwijl ik geen honger heb. Er zijn zoveel mensen die zeggen dit te doen.

Bron, unsplash.com

Bron, unsplash.com

Eigenaardig

Ik ben aan het hardlopen. De zon schijnt. Ik heb nieuwe schoenen en de wereld lijkt mij toe te lachen. Ogenschijnlijk moeiteloos zet ik mijn ene voet voor de andere en ik loop op die manier ruim een uur in de frisse buitenlucht. Ik voel de vermoeidheid in mijn lijf en neem mij voor de volgende dag een rustpauze in te lassen. Die dag zal ik niet gaan sporten.

Ook nu lijkt er niks aan de hand te zijn, ware het niet dat ik de volgende dag vermoeid mijn bed uitstap en afstap van mijn besluit om niet te gaan sporten. Ik trek mijn sportkleding aan en vertrek naar de sportschool om mijzelf een uurtje af te matten. Ik trek mij niks van mijn vermoeide lijf aan en stuiter deze dag door tot ik 's avonds op de bank zit en opnieuw besluit mijn lijf de volgende dag rust te geven. Maar dan komt de boterham met vruchtenhagel tevoorschijn en komt er van het voornemen niet te sporten opnieuw niks terecht. Ik heb te veel gegeten, dus ik moet sporten. Ook nu vind ik mijn gedrag eigenaardig. Zorgwekkend vind ik het niet, ondanks dat ik mij realiseer dat anderen dit vermoedelijk wel zullen vinden.

Google

Het is vijf jaar geleden en ik omschrijf mijn gedrag als eigenaardig. Niemand wil zichzelf omschrijven als eigenaardig. Niemand wil anders gevonden worden. Niemand wil te horen krijgen dat dat wat je doet niet oké is. Niemand wil de mening van de ander horen als je weet dat die mening klopt. Maar dat wat ik doe is niet oké. Dat is mij wel duidelijk. En dus besluit ik hulp te gaan zoeken. Ik start met Google. Waar zouden we zijn zonder Google? Vermoedelijk zou er dan veel ellende voorkomen kunnen worden omdat we onszelf niet gek maken met alle informatie die te vinden is over eten, afvallen en sporten. Voor nu gebruik ik Google om te zoeken naar hulp bij mijn gedoe met eten.

Antwoord

De zoekoptie 'gedoe met eten' levert niet de informatie op die ik zoek. Ik zoek tenslotte niet naar hoe ik mijn dochter aan het eten moet krijgen. Ik wil graag weten hoe ik haar moeder van het overeten af kan krijgen. Voor het eerst gebruik ik de term 'eetprobleem'. De informatie die ik vind maakt pijnlijk duidelijk dat mijn gedrag wel zorgwekkend is. Ik vind het confronterend om te lezen. Ik word over een paar jaar 40. Ik heb een gezin en had een goede baan. Een eetprobleem hoort toch niet bij mij? Bij wie dan wel, daar kan ik geen antwoord op geven.

Het antwoord waar ik hulp kan vinden, vind ik wel. Door de juiste zoekterm kom ik terecht bij een landelijke instelling die zich richt op meisjes en vrouwen met een eetprobleem. Na het niet al te grondig lezen van de informatie op de website meld ik mij aan. Ik wil graag geholpen worden want dit gedoe met eten moet maar eens verleden tijd zijn. Voorwaarde voor de aanmelding bij deze instelling is dat ik twee mensen in mijn omgeving vertel dat ik hulp heb gezocht. Ik besluit mijn moeder en mijn man op de hoogte te brengen. Beiden geven aan dat zij al wel wisten dat ik worstel met mijzelf en dat het goed is dat ik hulp zoek. Hoe dubbel is het om deze reactie te krijgen. Ik vind het fijn om eindelijk open te kunnen zijn en mijn eenzaamheid te kunnen doorbreken. Maar waarom hebben zij mij nooit op mijn gedrag aangesproken of hun zorgen geuit?

Bron, unsplash.com: Yoann Boyer

Bron, unsplash.com: Yoann Boyer

Ik ben een nummer

Voor mijn aanmelding moet ik allerlei informatie aanleveren. Informatie waarvan ik mij nu, jaren later en vele ervaringen rijker, afvraag waarom ze deze informatie nodig hadden. Kijkende naar mijn verhaal had deze informatie geen meerwaarde. Ik word met terugwerkende kracht weer boos dat ik toen al werd gezien als een nummer en niet als een volwassen vrouw zonder anorexia, maar wel met een eetstoornis. Als ik alle informatie heb aangeleverd, moet ik ruim acht maanden wachten op de intake. In deze acht maanden merk ik dat ik steeds slechter ga. Maar er is hoop. Ik krijg hulp, ik moet alleen geduld hebben tot de intake en de daaropvolgende behandeling.

De daaropvolgende behandeling volgt niet. Al tijdens de intake voel ik mij niet serieus genomen. Er wordt niet gekeken naar wie ik ben en niet geluisterd naar wat ik zeg. De ervaringsdeskundige heeft veel last van projectie en stelt een niet kloppende diagnose.
De conclusie is dat deze instelling mij niet zal helpen. 'Je hebt geen eetstoornis.'

Teleurstelling

Ik heb geen eetstoornis. Door deze teleurstellende reactie voel ik mij enorm in de steek gelaten. Als zelfs experts vinden dat ik geen eetstoornis heb, dan zal het allemaal wel meevallen. Mijn gedrag bestempel ik weer als eigenaardig, maar niet zorgwekkend. Ik ben streng voor mijzelf. Er is tenslotte geen sprake van een probleem. De teleurstelling kan ik geen plekje geven en ik verval in meer en grotere eetbuien. Ik voel mij alleen, zwak, vies en waar ik eerder veel was afgevallen kom ik inmiddels weer kilo's aan. Op de betere momenten realiseer ik mij gelukkig dat de experts geen gelijk hebben. Ik heb een eetprobleem en ik heb hulp nodig.

Opnieuw wachten

Voor de zoveelste keer in korte tijd zit ik bij de huisarts voor hulp. Gelukkig neemt zij mij serieus en zoekt mee. Ik kom bij een organisatie terecht die zich niet specifiek richt op mensen met eetstoornissen, maar mij volgens de huisarts wel zou kunnen helpen. Opnieuw volgt een aanmelding, de wachttijd en daarna de intake. De intake richt zich niet alleen op eten en bewegen. Tijdens het gesprek komt veel meer aan bod. Ik ben blij dat er breder wordt gekeken, niet wetende dat deze organisatie niet goed weet hoe zij iemand met een eetprobleem kan helpen. Na de intake volgt opnieuw een lange tijd van wachten, maar dan kan ik echt beginnen met de behandeling. Er volgen vele gesprekken met een psychotherapeut. Er wordt opnieuw een diagnose gesteld. De diagnose heeft niks met een eetstoornis te maken, maar volgens de therapeut is dit een formaliteit om de behandeling vergoed te krijgen van de zorgverzekeraar. Ik krijg o.a. schematherapie, maar merk geen vooruitgang.

De psychotherapeut weet niet wat de impact is van een eetstoornis. Ik besluit dan ook verder te gaan zoeken. Via via kom ik terecht bij een coach die volgens haar website alles weet van een slechte relatie met eten. Ik betaal haar een paar honderd euro en ga van start. Al snel kom ik tot de conclusie dat ook deze hulp niet is wat ik zoek. Ik mis de persoonlijke aandacht en de bevestiging dat ik niet alleen ben. Maar ik zet door. Zij weet tenslotte alles van een slechte relatie met eten. Als zij mij niet kan helpen, en al die andere mensen ook niet, wie dan wel?!

Bron, unsplash.com: Artem Kovalev

Bron, unsplash.com: Artem Kovalev

Ik voel mij alleen

Inmiddels ben ik twee jaar verder en is mijn eetprobleem groter dan ooit. Mijn zus en ik gaan samen een dagje weg. We gaan naar een gezondheidsbeurs en ik woon een lezing bij van coach gespecialiseerd in eetproblemen. Als ik na enkele vragen van haar aan de zaal nog als enige met mijn hand omhoog zit, wordt pijnlijk duidelijk hoe eenzaam het hebben van een eetstoornis is. Mijn zus zit naast mij, maar ook zij kent de ernst van mijn situatie niet. Op de beurs koop ik allerlei lekkere semi-gezonde hapjes voor thuis. Als ik in de trein naar huis zit, eet ik alle hapjes op. Ik kan niet meer stoppen. Ook nu lijkt er voor de buitenwereld niks aan de hand. Ik zit alleen in de trein. Het is etenstijd en ik eet. Dit is wat mensen zien. Zij zien niet hoe ongelukkig ik mij voel. Ik voel mij alleen. Ik heb het bloedheet van alle suikers. Ik ben doodmoe. Ik ben teleurgesteld dat een fijne dag met mijn zus zo eindigt. Ik zie op tegen mijn thuiskomst en de maaltijd te moeten eten die mijn man speciaal voor mij bewaard heeft. Ik wil niet meer. Ik wil dit niet meer.

Ik wil het niet meer, maar het gebeurt wel weer. Het moment in de trein is het begin van een lange periode van aaneengesloten eten. Ik ga van eetbui naar eetbui en pas als er andere mensen bij zijn, stop ik. Ik sport. Ik doe boodschappen. En ik eet. Ik wil het liefst niet meer terugdenken aan de dag dat ik mijn dochter naar school bracht, doorliep naar de supermarkt en thuis op de bank mijn buit naar binnen werkte. Het is te pijnlijk. Ik wilde uit. De wereld was te groot, te eng. Ik was alleen. Ik kan het niet alleen.

Medicatie

Ik ben niet alleen. Maar de psychotherapeut waar ik nog steeds kom, ziet niet hoe ik verder afglijd. Mijn man ziet het wel. Mede op zijn aandringen ga ik in gesprek met een collega van de psychotherapeut: de psychiater. Ik wil antidepressiva. Ik wil dit niet meer. Ik kan niet meer. Ik vraag al jaren om hulp, maar er komt niks. Ik geloof niet meer dat ik geholpen kan worden. Antidepressiva krijg ik niet. De psychiater gooit het over een andere boeg en schrijft mij andere medicatie voor. Ik neem het braaf. Dit zou tenslotte moeten helpen. Als ik na een paar maanden merk dat er niks verandert, stop ik weer met de medicatie. Dit wil ik ook niet.

Terloops zegt de psychotherapeut dat ze het bewonderenswaardig vindt dat ik nog steeds overeind sta en goed functioneer. Mijn huis en administratie zijn op orde en mijn kind groeit op tot een sociaal en slim meisje. Deze opmerking koester ik. Ik doe dus blijkbaar toch iets goed. Mijn kracht houdt mij op de been. Maar mijn kracht houdt ook mijn eetprobleem in stand. Je kracht is je valkuil. De psychotherapeut ziet alleen mijn kracht. Ik wil andere hulp.

Google brengt mij bij de coach waarvan ik op de gezondheidsbeurs de lezing heb bijgewoond. Bij deze vrouw voel ik de veiligheid eerlijk te zijn over hoe groot mijn eetprobleem is. Samen met haar onderzoek ik de mogelijke oorzaken. Maar ook nu loop ik tegen een blokkade op. Een blokkade die hardnekkig aan mijn oppervlakte komt als ik probeer bij mijzelf naar binnen te gaan. De coach kan deze blokkade niet opheffen. Ik leer veel, maar heb nog steeds eetbuien. Ik heb nog eetbuien, maar ben ook weer honderden euro's kwijt.

Allerlei hulp

In de jaren die geweest zijn en volgen bezoek ik orthomoleculair therapeuten, artsen en diverse alternatieve therapeuten. Ik zoek hulp in alle mogelijke hoeken, maar steeds meer besef ik dat de hulp die ik nodig heb intensiever moet. Ik ben niet geholpen met één keer per week een gesprek of met voedingssupplementen. Thuis verval ik direct in mijn oude patronen en het zijn juist deze oude patronen die mijn eetstoornis in stand houden. Inmiddels ben ik wanhopig en overweeg ik een opname. Ik heb een gezin en ik wil mijn dochter nooit in de steek laten. Maar het voelt alsof ik geen keuze heb. Door alle stress heb ik allerlei fysieke klachten en de angst bekruipt mij dat mijn lijf er eerder mee zal stoppen dan dat ik zal willen.

Bron, unsplash.com: Praveesh Palakeel

Bron, unsplash.com: Praveesh Palakeel

Dit is wat het is

Opnieuw is het Google die de tip geeft contact op te nemen met een organisatie die intensieve trajecten aanbiedt. Ik stuur een email en binnen enkele dagen krijg ik een reactie. Al uit het eerste contact maak ik op dat zij snappen hoe complex mijn situatie is geworden en deze bevestiging doet mij goed. Ik voel me even wat minder alleen en krijg weer een beetje hoop. Ruim twee weken na het eerste contact heb ik de intake met een coach. Ik wil niet. Maar ik wil ook wel. Ik moet. Ik zie het als mijn laatste redding. Als dit niet slaagt, zal ik met dit leven moeten dealen. Ik zal ermee moeten dealen dat ik nooit ontspannen zal zijn. Ik zal ermee moeten dealen dat mijn leven draait om eten, niet eten en om bewegen. Ik zal moeten accepteren dat ik hierdoor nooit zal kunnen werken omdat ik daar geen energie voor heb. En het allerergste, ik zal lijdzaam moeten toezien hoe mijn dochter mogelijk ook een eetprobleem zal ontwikkelen omdat zij haar moeder hiermee heeft zien worstelen. Dit is wat het is.

Gelukkig is het niet wat het is. De coach begrijpt mij. Ze geeft mij het vertrouwen dat ik zal herstellen. Bij haar mag ik zijn wie ik denk te zijn. Bij haar durf ik opnieuw mijn werkelijke verhaal te vertellen. Elke vezel in mijn lichaam schreeuwt dat ik niet wil veranderen. De eetstoornis zit tenslotte in elke vezel. Maar ondanks deze weerstand ben ik keer op keer blij als ik bij deze coach kom en met haar mag praten. Zij vertelt haar verhaal en ik het mijne. Ergens vinden we elkaar. Ik mag zijn wie ik denk te zijn. Ik vind daar wie ik ben, met mijn verhaal.

Ik moet werken

Mijn verhaal is dat ik een volwassen vrouw ben, met een gezin en herstellende van een eetstoornis. Ik heb het vertrouwen dat ik zal genezen. Maar ik realiseer mij ook dat de eetstoornis altijd onderdeel van mij zal zijn. Dit is pijnlijk, het had niet gehoeven. Het had niet zover hoeven komen. Als ik eerder de juiste hulp had gekregen, was dit niet zover gekomen. Achteraf gezien heb ik misschien de juiste hulp wel gekregen. Ik heb deze hulp nooit durven ontvangen. Ik was er niet aan toe. Ik ben er nu aan toe. Ik heb geen keuze. Ik aanvaard de hulp. Maar bovenal, ik werk aan mijzelf. Zonder het harde werken van mijzelf, maar vooral aan mijzelf zal ik nooit herstellen. Ik moet. Ik wil het. Ik kan het.

Poems of Recovery

In deze gedichten bundel verteld Ananda de jager (1993) over haar strijd met haar eetstoornis. De kleine gedichtjes bieden herkenning, hoop en inspiratie.

Jezelf volledig accepteren is lastig. In “Poems of Recovery“ deelt Ananda haar gevoelens en gedachten tijdens haar herstel proces. Hieronder een van de gedichten uit haar boek.

Poems of Recovery Ananda de Jager www.isa-power.nl

Wil je het boek bestellen?
Te koop voor €18,99
Bol.com + Boekscout + Amazon

Eyes wide open and bright

The little girl just lost sight

Some more restrictions here and there

Suddenly you are in too deep to share

Thought it would go over with age

This destruction is like a cage

Had I known when I was fifteen

I would not have been so mean

Destroying my own body

To be thin for anybody

We are then years later now

And all this time did I never allow

Myself to eat enough

To be healthy, strong and though

This time I have to. make it through

If not for me, then for you

- I do it for the kid inside me

Hockey was mijn leven!

Geschreven door: Mareille
Vrijwilliger bij ISA Power

Hockeyen, dat was echt mijn ding vroeger! Ik speelde bij Laren en heb altijd in de eerstelijnsteams gespeeld. Ik was een echte spierbonk en at meer dan mijn andere klasgenootjes omdat ik soms wel vier keer per week trainde en op zaterdag een wedstrijd speelde had ik ook zeker behoefte aan veel koolhydraten en genoeg eiwitten om mijn spiermassa te onderhouden. Hockey was mijn leven! Ik heb het altijd veel belangrijker gevonden dan school, vriendjes en uitgaan. 

Mareille, 2 jaar geleden op Bali.

Mareille, 2 jaar geleden op Bali.

Toen ik zestien werd had ik het idee om een kaakoperatie te ondergaan. Mijn voortanden stonden altijd onwijs naar voren (ongeveer 2 cm) en omdat mijn hockeybitje nauwelijks in mijn mond paste vond ik het wel eens tijd om hier iets aan te gaan doen. Toen de tandarts mij doorverwees naar de kaakchirurg kon ik eigenlijk al gauw terecht. Ik zou geopereerd worden in de zomervakantie zodat school en hockey daar beiden niet onder zouden lijden. 

Ik heb eigenlijk nooit over de consequenties nagedacht, ik wilde gewoon zo graag dat mij tanden goed stonden zodat ik dat gedoe met dat bitje niet meer had! Na de operatie moest ik revalideren zo moest ik een maand op vloeibaar voedsel leven en kon ik natuurlijk niet veel naar buiten. Ik lag een maand op bed en viel ontzettend af. In mijn revalidatie kreeg ik ook nog een andere infectie aan mijn kaak waardoor het proces nog langer werd en ik dus ook langer aan de sondevoeding moest.

Door het vloeibare eten raakte ik al mijn spiermassa kwijt en was ik een dun scharminkeltje geworden die eigenlijk van plan was na de zomer weer op het veld te staan. 

De trainers en coaches zeiden tegen mij dat het allemaal wel goed kwam. “Sterk maar gauw aan dan kan je daarna weer meetrainen.” Maar het aansterken ging langzaam en was vermoeiend. Op het veld was ik niet meer zo goed en mijn conditie was zwaar achteruitgegaan. Maar ik wilde doorzetten en alles op alles zetten om toch weer mijn plekje in het veld te verdienen. Na een van de eerste echte wedstrijden te hebben gespeeld (en waar ik voornamelijk op de bank had gezeten) hoorde ik in de wandelgangen dat ik naar het tweede zou gaan. En dat ze niet meer met mij door wilde in het eerste.

Mijn wereld stortte letterlijk in. Hockey was mijn leven! Hoe kunnen ze mij dit nu aandoen? Ik ben nog niet eens aangesterkt! Tranen vloeide elke dag en met een half seizoen te hebben meegespeeld met het tweede had ik de keuze gemaakt te stoppen met hockey. Dit was natuurlijk een heel afkick proces, want als je normaal gesproken 4 a 5 keer in de week hockeyt heb je nu opeens zeeën van tijd voor andere dingen. Maar wat voor dingen dan?

Mensen vertelde mij telkens hoe mooi ik was geworden door de kaakoperatie, dat mijn tanden zo mooi waren en dat ik zo mooi was afgevallen. Omdat ik mijn grip over het hockeyen kwijt was denk ik dat dit mijn keerpunt was dat ik de grip op mijn lichaam wilde houden. Mensen vinden mij nu dus mooi? Ik ben dus goed in lijnen? Waarom zet ik dit dan niet voort? In die periode ontwikkelde ik anorexia wat later zich omkeerde in boulimia. Hier heb ik van mijn 16e tot en met mijn 24e last van gehad.  

De ruzies die ik met mijn ouders hierover had en het liegen dat ik deed, niet alleen tegen hen of mijn vrienden en vriendinnen maar ook het liegen tegen mijzelf. Het altijd naar de wc gaan na het eten, het altijd verbergen van eigenlijk heel je leven. Ik was 23 jaar dat ik het echt helemaal zat was. Mijn lichaam was op, ik kon niet meer. Ik wilde niet meer liegen en bedriegen, niet meer spanning hebben als ik bij iemand ging eten, geen eetbuien meer hebben als ik ook maar even een seconde alleen was, mij niet meer hoeven te schamen als ik bij de Albert Heijn de hele snoep en koek afdeling in mijn mandje stopte. Ik was er echt zo ontzettend klaar mee!

Mareille, net voordat zij de kliniek in ging.

Mareille, net voordat zij de kliniek in ging.

Op mijn 23e heb ik hulp gezocht bij een eetstoornis kliniek in Amsterdam. Hier had ik elke week groep sessies met mensen die hetzelfde meemaakte als ik. Het was niet intern maar het duurde elke week ongeveer 2 uurtjes en we kregen vaak huiswerk mee wat we gedurende de week moesten maken of doen. 

Als je binnen kwam moest je jezelf eerst wegen en moest je daarna je gewicht op een groot bord schrijven zodat iedereen ernaar kon kijken. Dit deed je ook met je gewicht van de week ervoor en zo konden ze zien of je was aangekomen of afgevallen. Ik vond dat altijd vreselijk! Wat maakt een gewicht nou uit dacht ik? Iedereen weegt anders en dat was voor mij altijd zo’n lastig moment.

Het gekke was dat in dat jaar dat ik in de kliniek heb gezeten nauwelijks een grammetje ben aangekomen. Het heeft dus letterlijk altijd in mijn hoofd voornamelijk een grote rol gespeeld maar ik ben altijd op hetzelfde gewicht gebleven. Zelfs nu! Nu ik 28 ben zit er niets aan. Soms kan ik nog wel eens denken, jeetje waar heb ik het dan allemaal voor gedaan? Maar het gaat bij mensen met een eetstoornis natuurlijk verder dan alleen de kilo’s tellen. Je bent in je koppie zo ontzettend onrustig en wilt dan vaak grip hebben op je gewicht maar eigenlijk ligt het daar dus helemaal niet aan.

Nadat ik onder behandeling ben geweest in de kliniek ben ik gaan reizen door Thailand en Indonesië, ik heb de mooiste tijd gehad en heb zelfs een hele mooie baan op Bali eraan overgehouden waar ik twee jaar heb gewerkt als online marketeer bij Finns Beach Club Bali! Ik ben zo ontzettend blij dat ik nu voor 100% kan zeggen dat ik er echt vanaf ben! 

Lieve mensen, ook al lijkt de weg nog zo lang, lijken de hobbels nog zo groot of vlieg je soms nog wel eens uit de bocht. Weet dat er bij de finish een heel mooi leven op je staat te wachten.

JA, 100% genezen kan echt! Vertrouw op jezelf.

Heel veel liefs,

Mareille Pandelaar

Weer stralen

Channa

Channa

Geschreven door: Channa
Vrijwilliger bij ISA Power

Binnen mijn gezin ben ik opgegroeid met lijnen. Mijn moeder gaat al haar hele leven lang een strijd aan tegen de kilo’s. Ook mijn zusje moet goed letten op wat ze eet, omdat zij ook een echte snoepkont is en – in tegenstelling tot mij – niet kan blijven eten zonder aan te komen. Ik had daarentegen altijd al een snelle stofwisseling, dus ik kon eigenlijk alles eten wat ik wilde. Ik zat net in de brugklas toen er thuis voor de zoveelste keer ‘op de kilo’s moest worden gelet’. In de brugklas werd ik daarnaast geconfronteerd met de nieuwe ‘cultuur’, waar met name de meiden ontzettend op elkaar gingen letten wat betreft eten. Ze gingen steeds minder eten en ik voelde me ontzettend opgelaten als ik wel lekker de inhoud van mijn lunchtrommeltje naar binnen werkte. In de kleedkamer voor de gymles waren er regelmatig gesprekken gaande over eten en het lichaam. ‘Kijk dan, ik heb echt vetjes’, werd er bijvoorbeeld gezegd. Hierdoor begon ik ook aan mezelf te twijfelen. Moest ik ook niet een beetje op de kilo’s gaan letten? Ook ik kreeg immers een beginnend vrouwen-lijfje. De groei van mijn borsten zette verder door en ik begon wat heupen te krijgen. Ik besloot voor mezelf dat ik niet verder uit zou dijen. Ik moest en zou dun blijven, zoals ik tenslotte altijd al was geweest. Ik ging steeds meer denken dat al het lijnen ook voor mij van toepassing was.

De onderliggende oorzaak voor het ontwikkelen van mijn eetstoornis was mijn vreselijke onzekerheid. Ik ben een stoere meid, die absoluut niet mee kan gaan in het typische meidengekeuvel. Op de basisschool had ik vooral jongensvrienden, maar op de middelbare school was dit natuurlijk over. Jongens zagen vooral de populaire meiden staan. En niet mij. Hier werd ik heel erg onzeker van. Wat was er mis met mij? Ik praatte mezelf aan dat ik lelijk en niet leuk was. Ik had bovendien moeite met het vinden van een clubje vriendinnen dat bij mij paste. Dit is eigenlijk mijn hele loopbaan op de middelbare school een struggle geweest. Ik ben een allemansvriend, die eigenlijk met iedereen wel goed om kan gaan. Ik had moeite om me te ‘bonden’ aan een groepje meiden, omdat ik me daar nooit echt goed op mijn plek voelde. Ik kon nooit echt mezelf zijn. In plaats van dat ik me realiseerde dat ik misschien de juiste vriendinnen nog niet had gevonden, praatte ik mezelf aan dat het vooral aan mij lag.

Op de een of andere manier koppelde ik ‘dun zijn’ aan ‘leuk gevonden worden’. Ik walgde van mezelf. Dit gevoel probeerde ik te verlichten door minder te eten. Door mezelf eigenlijk uit te hongeren, maar dit wilde ik zelf niet zien. Ondanks dat ik in het begin van mijn therapie ontkende dat ik in de zogenaamde ‘ontkenningsfase’ heb gezeten (grappige woordspeling, haha), zie ik nu dat ik die fase echt wel heb gehad.

Channa in Noorwegen: “Precies een halfjaar na mijn knie-operatie. We hebben met zijn allen een flinke klim naar de zogenaamde Preikestole (Preekstoel) gemaakt. We hadden geen van alle gedacht dat ik dat al kon lopen, dus dat was een dubbele overwinn…

Channa in Noorwegen: “Precies een halfjaar na mijn knie-operatie. We hebben met zijn allen een flinke klim naar de zogenaamde Preikestole (Preekstoel) gemaakt. We hadden geen van alle gedacht dat ik dat al kon lopen, dus dat was een dubbele overwinning. Daarom kijk ik ook zo blij!”

Op zomervakantie merkten mijn ouders al dat het niet goed met mij ging. Ik strugglede enorm met mezelf. Toch zei ik dat ze zich verder nergens zorgen om hoefden te maken. Echter ging het toen snel bergafwaarts. Ik begon af te vallen en belangrijker: ik keerde steeds meer in mezelf, was niet meer de vrolijke ‘ik’. Ik ben bovendien – met de nadruk op bén – altijd een fanatieke korfballer geweest. Mijn ouders merkten dat ik de wedstrijden steeds moeilijker uit kon spelen. Het duurde even, maar uiteindelijk erkende ik dit zelf ook. Na een paar maanden lang veel gesprekken met mijn ouders te hebben gevoerd, hebben mijn ouders uiteindelijk besloten om hulp in te schakelen.

Mijn ouders en ik kwamen terecht bij een kleinschalige praktijk in een stadje verderop. Ik had (godzijdank) al heel snel een klik met mijn psychologe. Ik vertrouwde haar voor de volle 100%. Omdat we er (relatief gezien) op tijd bij waren, hoefde ik dus niet eerst aan de sondevoeding om aan te sterken. Na een tijdje therapie te hebben gehad, erkende ik dat ik echt probleem had. Bovendien zag ik dat ik – en alleen ik – daar iets aan kon doen. In de kerstvakantie nam ik daarom een mega-belangrijke en moedige stap. Ik besloot om aan te gaan komen. Ik zag dat de eetstoornis zo mijn leven beheerste. Ik kon bijvoorbeeld niet meer ‘gewoon’ op een verjaardag een taartje eten zonder daar in mijn hoofd een heel ding van te maken. Ik was de hele dag bezig met eten en dit koste vreselijk veel energie. Daarnaast kon ik op dat moment niet eens meer een halve wedstrijd spelen. Ook lukte het me niet meer om 2x in de week te trainen. Ik paste niet meer in mijn kleren en mijn haar begon uit te vallen. Ook werd ik al een tijdje niet meer ongesteld… Daarnaast schaamde ik me enorm voor mijn problemen. Ik wilde daarom dat niemand het wist of merkte. Dit was voor mij een motivatie om beter te worden. Als ik er nu op terug kijk, moeten de mensen in mijn omgeving het ten eerste echt wel in de gaten hebben gehad (alsof mijn teamgenoten niet in de gaten hebben gehad dat ik maar 1x in de week trainde en na een helft altijd weer gewisseld werd). Ten tweede heb ik me best eenzaam gevoeld. Door mensen er wel deelgenoot van te maken, had ik me misschien minder eenzaam gevoeld. Ik dacht dat mensen me dan alleen op basis van mijn eetstoornis zouden beoordelen, terwijl er misschien wel mensen waren die gewoon begaan met me waren. Aan de ene kant was ik dus onzeker over mezelf omdat ik geen echte goede vriendinnen om me heen had, maar aan de andere kant stootte ik de vriendinnen die ik had af door ze geen deelgenoot te maken van mijn problemen. Als ik er nu op terug kijk is dit behoorlijk tegenstrijdig, haha.

We stelden met zijn allen een eetschema op waar ik me aan moest houden. Zo zou ik geleidelijk en op een gezonde manier (wat voor mij heel belangrijk was) aansterken. Tegelijkertijd kon ik dan met mijn psychologe aan de slag om mijn eetstoornis ‘te verslaan’. Op die manier liep mijn hoofd gelijk aan wat er in mijn lijf gebeurde. Deze manier werkte voor mij heel erg goed. Overigens noem ik ‘het’ tot op de dag van vandaag nog steeds ‘de eetstoornis’. Dit omdat ik het label ‘anorexia’ te confronterend vond.

Zo begon ik in de kerstvakantie vastberaden aan het ‘aankomschema’. Mijn lichaam was de hoeveelheid voedsel niet meer gewend, waardoor ik de eerste tijd ontzettend misselijk ben geweest.

De constante tweestrijd in mijn hoofd zorgde er wel voor dat ik na twee maanden knokken he-le-maal niks was aangekomen. Het piekeren had me te veel energie gekost. Omdat mijn psychologe toch zag dat ik goed mijn best had gedaan, mocht ik wel mee met mijn klasgenoten op meerdaagse excursie naar Engeland. Terwijl iedereen lekker uitwaaide op de kliffen van de Engelse kust, besloot ik dat ik nu écht klaar was met mijn eetstoornis. Ook de afgelopen 2 maanden had de eetstoornis ‘gewonnen’ door mijn leven te beheersen. Dat was nu wel welletjes geweest. Zoals ik zal vertelde, ik ben een fanatieke sporter. Nu was het míjn tijd om te winnen.

Channa op vakantie in Noorwegen

Channa op vakantie in Noorwegen

De maanden erna streed ik door. Mijn streefgewicht kwam langzamerhand in zicht. Dit zorgde natuurlijk ook weer voor veel strijd in mijn hoofd, want de eetstoornis wilde dit natuurlijk echt niet. Dit maakt het hebben van een eetstoornis ook zo lastig en vermoeiend. De strijd speelt zich nagenoeg geheel in je hoofd af. En de enorme wirwar aan gedachten is ook niet uit te leggen. Daarom begon ik met het bijhouden van 2 boekjes: een negatief boekje waarin ik al mijn negatieve gedachtes opschreef en een positief boekje waarin ik mezelf positief aanmoedigde om zo van de negatieve gedachtes af te komen. Het opschrijven van de negatieve gedachtes gaf me lucht. Ik had het opgeschreven, waardoor het niet in mijn hoofd bleef rondzingen. Ten tweede gaf het mij en mijn psychologe inzicht in waar bij mij de knelpunten zaten. Hier konden we dan aan werken. Met behulp van het positieve boekje kreeg ik mezelf tijdens lastige periodes rustig. Ik zag weer waar ik me op moest focussen, namelijk herstel. Daarnaast had ik op een blaadje (voor de details: een DIDL-blaadje met geurtje 😉) mijn doelen opgeschreven. Dit blaadje hing op mijn kamer, waardoor ik elke dag er weer aan herinnerd werd waar ik het voor deed.

In de zomervakantie was het dan eigenlijk zover: ik had mijn streefgewicht behaald! Trots en blijdschap overheersten de eetstoornis. Ik had eindelijk een keer gewonnen. YEAH! Vanaf dat moment ben ik met ups en downs en stukje bij beetje opgekrabbeld. Ik mocht weer 2x in de week gaan trainen en ik kon van lieverlee weer een hele wedstrijd spelen. Dit voelde voor mij als de ultieme beloning. Ook werd mijn haaruitval minder en ik paste weer beter in mijn kleren. Na een jaar ‘nabehandelen’ was ik klaar om weer op eigen benen te staan. De zomervakantie stond inmiddels weer voor de deur. Nadat ik mijn rapport van VWO3 had opgehaald, reden mijn ouders en ik door naar de praktijk om afscheid te nemen. Wat een mooi en fijn moment was dat. Ik had gewonnen van de eetstoornis!

De jaren erna heb ik echt nog wel last gehad van de naweeën van de eetstoornis. Zo was ik – als ik er nu op terugkijk – te obsessief bezig met gezond eten en sporten. Ook heb ik een tijdje vakanties heel lastig gevonden, omdat je dan wat onregelmatiger (en voor mijn gevoel ongezonder) at. Afgelopen jaar – 5 jaar verder – raakte ik tijdens een wedstrijd zwaar geblesseerd aan mijn knie. Ik moest hiervoor geopereerd worden en een jaar lang revalideren om weer de oude te worden. Dit betekende ook dat ik een hele lange tijd niet kon sporten. Het moment om terug te vallen. Maar dit gebeurde (tot enige verbazing van mij) niet. Dit is voor mij het bewijs dat ik de eetstoornis de baas ben en mezelf opnieuw heb teruggevonden.

Hoewel ik niet trots ben op mijn eetstoornis-periode, heb ik wel op destijds 14-jarige leeftijd belangrijke levenslessen gehad. Ik heb ten eerste geleerd mijn lichaam te koesteren. Ik ben ontzettend blij en dankbaar dat mijn lichaam weer als vanouds functioneert en alles het nog doet, ondanks de roofbouw die ik heb gepleegd. Het duurde even, maar na een tijdje werd ik gewoon weer ongesteld. Ook mijn haren begonnen weer te glanzen en ik kreeg meer energie. Ten tweede heb ik geleerd mezelf te nemen zoals ik ben en van mezelf te houden. Waar ik vroeger dacht dat ‘populair zijn’ een voorwaarde was om leuk gevonden te worden, weet ik nu dat dit ABSOLUUT niet zo is. Daarnaast had ik voor mijn eetstoornis een andere definitie van ‘knap-zijn’. Natuurlijk zijn er ‘mooie’ en ‘minder mooie’ gezichten, maar ik weet nu wat ‘mooi’ is. Voor mij is iemand ‘mooi’ of ‘knap’ als diegene straalt en dingen doet in het leven die ertoe doen en die hem of haar gelukkig maken. Het innerlijk bepaalt voor een zeer groot deel iemands uiterlijk.

Channa met haar vriend op vakantie

Channa met haar vriend op vakantie

Ik ben inmiddels weer gelukkig en ik straal. Hoewel ik op de middelbare school moeite had met het vinden van goede vrienden/vriendinnen, heb ik op dag 1 van de universiteit superleuke vriendinnen ontmoet bij wie ik helemaal mezelf kan zijn. Ik kan het dus wel! Daarnaast ben ik inmiddels al 3 jaar dolgelukkig met mijn vriend. Ik leerde hem een jaar na mijn therapie kennen. Ik dacht vroeger dat niemand mij ooit zou zien staan, maar niets is minder waar gebleken. Hij vindt mij leuk zoals ik ben.

Natuurlijk ben ik nog weleens onzeker, maar ik kan er beter mee omgaan. Iedereen is weleens onzeker. Ik ben wie ik ben en dat is oké. Ik ben niet trots op mijn eetstoornis-periode, maar ik ben wel trots dat ik de strijd ben aangegaan. En dat wil ik ook graag doorgeven. Ga de strijd aan, want het is het waard!

Liefs, Channa

Overleven is veranderd in LEVEN

Geschreven door: Daimy
Vrijwilliger bij ISA Power

Daimy

Daimy

Als 16-jarig meisje was ik wat voller dan de rest. Eigenlijk had ik er zelf nooit echt problemen mee, totdat ik van verschillende kanten hoorde dat ik misschien maar eens moest gaan letten op wat ik eet.. Ik werd vaak “dikkie” genoemd, maar toen leek alles nog onschuldig. Ik hockeyde ongeveer 4 á 5 keer in de week, had een top conditie en ja ik at wel alles waar ik zin in had. Maar dat kon geen kwaad want ik sportte veel. Ik kom uit een warm gezin waar iedereen wel bezig is met gezond eten en op het gewicht blijven.

Tot het moment kwam dat ik op mijzelf ging wonen in Amsterdam op 18-jarige leeftijd en besloot het helemaal anders te doen. Ik kon zelf beslissen wat ik at, hoeveel, hoe laat, etc. Ik ging werken in de sportschool bij mij om de hoek en omsingelde mezelf met mensen die zo gemotiveerd waren om een goed lichaam te hebben. Uiteindelijk bleek dit de aller slechtste keuze op dat moment te zijn en had ik dit nooit gedaan als ik wist wat er komen ging. Ik voelde me vaak alleen en onzeker en ik had op deze manier wel iets waar ik controle over had. Namelijk het sporten en het eten.

Eerst vond iedereen mij altijd te stevig en daar deed ik niks voor en nu trainde ik zo hard om een goed lichaam te krijgen en fit te zijn en noemde iedereen mij ineens te mager?! Dat kwam nog harder aan dan dat mensen mij “te vol” noemde. Het is ook nooit goed dacht ik. Maar voor wie deed ik het uiteindelijk? Blijkbaar voor de mensen om mij heen zodat die trots op mij zouden zijn. Dat bleek dus ook niet zo te zijn..

Na een aantal maanden zat ik er zo diep in dat de kilo’s er nog steeds af vlogen. Nou je begrijpt wel dat er uiteindelijk niet veel meer van Daimy over was. Maar op dat moment zag ik dat totaal niet. De ochtend begon altijd met op de weegschaal staan en als ik zwaarder was dan de dag ervoor voelde ik mij de hele dag vreselijk, dik en lelijk. Wat natuurlijk belachelijk is, want je schommelt altijd tussen een aantal kilo’s. Dan moest ik van mezelf die dag weer iets meer bewegen en zo was ik constant aan het compenseren. 2 keer per dag sporten of gewoon heel weinig eten tot niet eten, eten uitspugen. Ik heb ongeveer elke fase wel gehad. En niemand had het door behalve 1 persoon; mijn moeder. Dit was iets dat ik wilde verbergen voor de buitenwereld en voor mijzelf. Ik vertelde mezelf; “Ik heb geen probleem, ik ben gewoon normaal”, ook al wilde ik dit heel graag zijn, ik was het niet. Als ik nu terugdenk aan die tijd, wordt ik angstig omdat ik me zo eenzaam voelde in deze strijd. Het beheerste mijn leven.

Daimy

Daimy

Mijn moeder kent mij als de beste en die zag het al heel lang gebeuren, is zelf ook met mensen in gesprek geweest omdat ze niet wist wat ze met me aan moest. Ik was niet eerlijk en loog erover omdat ik mij diep en diep schaamde. Ik wilde dat ze trots was op me, maar het was eerder verdriet, angst en machteloosheid wat ik bij haar opriep. Ik ontkende alles en deed alsof het allemaal perfect ging en dat ze niet zo overdreven moest doen. Natuurlijk wist ik diep in mijn hart dat ze gelijk had en dat ik niet door kon gaan met deze obsessie. Ik was al zover heen dat ik wist dat ik hier niet uit zou gaan komen zonder professionele hulp. Ik moest hulp zoeken, dat heb ik ongeveer 100 keer tegen mezelf gezegd en toch verzon ik telkens weer smoesjes om er onderuit te komen. Ik had mijn toenmalige vriend ook totaal niet betrokken bij mijn probleem, eigenlijk wist niemand het, ik heb het hem pas na een jaar verteld.

Kerst 2018 was het moment waar bij mij de knop om ging. We waren samen met ongeveer de gehele familie, zo’n 30 man bij mijn ouders thuis en het is niet dat we elkaar dagelijks zien of spreken. We hadden een diner wat mijn moeder heerlijk had voorbereid. Ik voelde alle ogen branden om te kijken hoeveel ik aan het eten was en welke hoeveelheid ik op mijn bord schepte. Natuurlijk was mijn maag veelste klein voor de hoeveelheid eten op mijn bord. Maar ik moest “bewijzen” dat ik wel genoeg at. Want de helft van de familie had al gezegd bij binnenkomst: “Daimy wat ben je dun en mager! Gaat het wel goed?”. Tot het moment dat we aan het toetje begonnen en ik al propvol zat en mijn oma tegen mij zei (zo luid, dat de hele familie het ook kon horen); Daimy je moet echt meer gaan eten, want ik wil jou wel graag overleven en laat je alsjeblieft helpen. Dat ging echt recht door mijn hart, eerst was ik super boos, ik dacht hoe kan je dat zo zeggen waar iedereen bij is. Maar uiteindelijk hebben mijn oma en ik een hele goede band en ik rende van tafel en begon heel hard te huilen. Uiteindelijk kwam mijn oma naar buiten waar ik zat en zei ze: “Daim ik bedoel het niet stom, maar ik maak me zo’n zorgen”. Op dat moment ging de knop om. Ik wilde hier vanaf, het kostte mij ook zo ontzettend veel energie om er elke seconde van de dag mee bezig te zijn. Ik wilde dat leven niet meer, ik wil gelukkig zijn. Ik kwam erachter hoe erg het eten, gewicht en afvallen mijn leven beheerste. Altijd als ik uit eten ging was ik bezig met hoeveel calorieën erin zaten of waar het dichtstbijzijnde toilet is.

Ik ging hulp zoeken, ik moest hulp zoeken en geen smoesje. Ik ging naar een kliniek in Amsterdam die gespecialiseerd zijn in Eetstoornissen en ik mocht op intake komen. Ik had al begrepen dat de wachtlijst heel lang was. Dus ik moest een optie B hebben om de tijd te overbruggen, er moest namelijk echt iets gebeuren.

Daimy

Daimy

Ik kwam op intake en deed mijn verhaal, moest op de weegschaal staan en daarna zou er een diagnose uitkomen. Wat ik eigenlijk helemaal geen fijn idee vond, ik wilde het geen naam geven. Ik wilde gewoon gelukkig zijn en de patronen doorbreken. De wachtlijst was 7 maanden en de diagnose was Boulimia Nervosa. Dit omdat ik alles compenseerde, mijn eten, met sporten, braken, niet eten, ik deed er in principe alles aan om alles wat ik had gegeten te compenseren. Het was een doel zo min mogelijk calorieën binnen krijgen of zoveel mogelijk te verbranden.

In de tussentijd was ik ook al op intake geweest bij ISA Power en ik voelde mij gelijk zo op mijn plek, hoewel het nog wel onwennig was om erover te praten voelde ik mij na de Intake gelijk een stuk verlicht. Omdat ik het eindelijk tegen iemand durfde te vertellen en me begrepen voelde. In het begin was ik nog niet echt een open boek omdat het allemaal spannend, nieuw en eng was. In mijn achterhoofd dacht ik telkens, ik doe dit voor mijzelf omdat ik weer normaal wil kunnen leven.

Na 4 maanden kreeg ik een oproep dat er plek was in de kliniek, maar eigenlijk was ik net zo goed op weg en het voelde zo goed om eraan te werken met mijn geweldige coach. Ik voelde me begrepen en de voorwaarde was van de kliniek dat als ik in behandeling wilde, verplicht moest stoppen bij ISA Power. Ik ging toch nog 1 keer langs de kliniek om te ervaren hoe het was en hoe ik mij er bij voelde. Ik had al zoveel stappen gezet bij ISA Power en ik vond de methode zo fijn, ik voelde me hier geen patiënt, ik begon mijn oude “ik” weer te voelen. Met mijn coach keken we echt naar waar het probleem ontstaan was en alle opdrachten uit het werkboek gaven mij zoveel inzichten. Ik besloot om de kliniek te bellen en mijn plekje aan iemand anders te geven, die het wellicht op dat moment harder nodig zou hebben dan ik.

Na ongeveer 7 a 8 maanden bij ISA Power, was het tijd voor mijn volgende stap. De eenzaamheid overwinnen, waar mijn probleem ontstaan is. Ik boekte een one-way ticket naar Bali. Met ontzettend veel angst in mijn lichaam stapte ik het vliegtuig in op weg naar het onbekende en voor mij was die ontzettend spannend omdat ik altijd graag de controle wil hebben, wat zich ook uitte in mijn eetstoornis. Die controle liet ik los toen ik het vliegtuig instapte. Ik had geen plan, alleen de eerste 2 dagen geboekt en ik ging de uitdaging aan.

4 maanden later

Daimy

Daimy

Ik zit nog steeds op Bali en wil hier nooit meer weg, althans voorlopig niet. Ik voel me bevrijd en zit lekkerder in mijn vel dan ooit. Natuurlijk waren de eerste 2 maanden lastig en voelde ik me soms alleen. Nu vind ik het heerlijk om alleen te zijn en weet ik hoe ik om moet gaan met bepaalde gevoelens die bij mij opkomen. Ik omarm ze, want zonder regen zijn er geen bloemen. Nu kan ik zeggen dat ik dankbaar ben voor mijn eetstoornis, ik weet nog het moment dat mijn coach vroeg; “kun jij je ergens inbeelden dat je dankbaar kan zijn voor je eetstoornis?”. Deze vraag is altijd blijven hangen, gaat dat moment ooit komen? Het antwoord is een dikke, vette JA! Ik ben ontzettend dankbaar, ik heb zoveel geleerd van mezelf, van het leven, van situaties, wie mijn ‘echte vrienden’ zijn en het allerbelangrijkste: dat ik de beste en liefste familie ooit om mij heen heb, die mij ontzettend gesteund hebben en er altijd voor mij zijn. Ik ben nog steeds niet uitgeleerd, ik leer nog steeds elke dag van mezelf en krijg weer nieuwe inzichten, wat normaal is en bij het leven hoort. Ik heb zoveel levenslessen gehad en ga er nog zoveel meer krijgen. I’m excited for the future en weet dat dit leven mij zoveel moois gaat brengen.

Overleven is veranderd in LEVEN! :)